Paragraaf 3 Beslissingstermijn, weigeringsgronden; nadere regels
Artikel 3.3.1 Beslissingstermijn
1Het bevoegd bestuursorgaan neemt het besluit op de aanvraag om vergunning als
bedoeld in artikel 3.2.1, eerste lid, binnen twaalf weken na de dag waarop de
aanvraag ontvangen is.
2. Het bevoegd bestuursorgaan kan zijn besluit voor ten hoogste twaalf weken
verdagen.
Artikel 3.3.2 Geldigheidsduur
Een vergunning als bedoeld in artikel 3.2.1, eerste lid heeft een geldigheidsduur van een
jaar.
Uiterlijk twaalf weken voor het verstrijken van de hierboven genoemde termijn dient de
vergunninghouder een nieuwe aanvraag ingediend te hebben.
Artikel 3.3.3 Weigeringsgronden
1De vergunning als bedoeld in artikel 3.2.1, eerste lid, wordt geweigerd indien:
a. de exploitant of de beheerder niet voldoet aan de in artikel 3.2.2
gestelde eisen;
b. de vestiging of de exploitatie van de seksinrichting in strijd is met
een geldend bestemmingsplan;
c. het aantal werkruimten in de seksinrichting meer dan vier bedraagt;
d. er aanwijzingen zijn dat in de seksinrichting personen werkzaam
zijn of zullen zijn in strijd met artikel 250a van het Wetboek van
Strafrecht, of met het bij of krachtens de Wet arbeid vreemdelingen
of de Vreemdelingenwet bepaalde;
e. de inrichting gelegen is in een aangewezen gebied of een deel van
de gemeente als bedoeld in artikel 3.2.8;
2. De vergunning als bedoeld in artikel 3.2.1, eerste lid, kan worden geweigerd:
a. in het belang van de openbare orde;
b. in het belang van het voorkomen of beperken van overlast;
c. in het belang van het voorkomen of beperken van aantasting van de
woon- en leefklimaat;
d. in het belang van de veiligheid van personen of goederen;
e. in het belang van de verkeersvrijheid- of veiligheid;
f. in het belang van de gezondheid of zedelijkheid;
g. in het belang van de arbeidsomstandigheden van de prostituee.
Artikel 3.3.4 Nadere regels
Met het oog op de in artikel 3.3.3 genoemde belangen kan het bevoegd bestuursorgaan over
de uitoefening van de bevoegdheden in dit hoofdstuk nadere regels vaststellen.
Paragraaf 4 Beeindiging exploitatie; wijziging beheer
Artikel 3.4.1 Beeindiging exploitatie
1De vergunning vervalt zodra de ingevolge artikel 3.2.1 op de vergunning vermelde
exploitant, de exploitatie van de seksinrichting feitelijk heeft beeindigd.
2. Binnen een week na de feitelijke beeindiging van de exploitatie, geeft de
exploitant daarvan schriftelijk kennis aan het bevoegd bestuursorgaan.
11