4.2
Bestemmingsreserves dienen een nauw omschreven doel te hebben.
4.3
De algemene reserve is dat deel van de reserve waarvoor geen toestemming verleend
hoeft te worden door het college van burgemeester en wethouders.
4.4
De algemene reserve zal niet meer bedragen dan 10 van de jaarlijks budgetsubsidie.
4.5
Voorzieningen kunnen worden gevormd voor:
a. verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is doch
redelijkerwijs is in te schatten;
b. op de balansdatum bestaande risico's terzake van bepaalde te verwachten verplichtingen
of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten;
c. kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt, mits het maken van
die kosten zijn oorsprong mede vindt in het begrotingsjaar/of voorgaand begrotingsjaar,
en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal
begrotingsjaren.
4.6
Het vormen van voorzieningen en bestemmingsreserves dient ter goedkeuring aan het
college van burgemeester en wethouders te worden voorgelegd.
4.7
Onttrekkingen aan voorzieningen en bestemmingsreserves mogen alleen aan de daarvoor
met toestemming verleende doelen worden besteed. De Stichting verantwoordt deze
onttrekkingen in de jaarrekening.
4.8
Het eigen vermogen zal aangewend worden voor het realiseren van de doelstellingen van
de Stichting.
5.
Overleg
5.1
Partijen zullen minimaal 4x per jaar en voorts wanneer daartoe aanleiding bestaat met
elkaar in overleg treden.
Het overleg heeft plaats naar aanleiding van het/de jaarverslag/jaarrekening van het
voorgaande jaar, de begroting en het werkplan voor het volgend jaar, de fmanciele
kwartaal rapportage's en wanneer er zich afwijkingen ten opzichte van het bestaande
budgetcontract voordoen hetzij in positieve hetzij in negatieve zin inclusief nieuwe
ontwikkelingen en projecten.
6.
Overige bepalingen
6.1
Begin 2002 zullen partijen het systeem van budgetsubsidiering evalueren.
6.2
Deze overeenkomst heeft een looptijd van twee jaar, te weten vanaf 1 januari 2001 t/m 31
december 2002.
4