GEMEENTE 8
LEEUWARDERADEEL
Stiens, 16 oktober 2000
Raadsvergadering: 30 oktober 2000
Voorstelnummer: 2000/87
Onderwerp: Samenwerking openbaar basisonderwijs G4 verband.
Te nemen besluit: instemmen met aangegeven procesgang
Korte inhoud: door projectmanager in samenwerking met besturen en bovenschoolse
directeuren onderzoeken hoe concreet gestalte kan worden gegeven
aan verdere samenwerking en wat voor- en nadelen daarvan zijn.
Inleiding:
In 1997 is tussen de gemeentebesturen van Menaldumadeel, het Bildt, Leeuwarderadeel en
Ferwerderadiel een overeenkomst afgesloten betreffende samenwerking op het gebied van het
openbaar basisonderwijs.
Argumenten:
Daarvoor is gekozen omdat de grotere fmanciele en formatieve risico's, die het gevolg zijn van
de overdracht van taken en bevoegdheden van het rijk naar de schoolbesturen, beter in een
groter verband kunnen worden opgevangen. Bovendien ontstaan hierdoor meer mogelijkheden
de deskundigheid op te bouwen die vereist is voor omgang met de nieuwe
verantwoordelij kheden.
Deze eerste stap op weg naar schaalvergroting heeft onder meer geleid tot samenwerking van
de bovenschoolse directeuren en onderlinge afstemming van het formatie- en
personeelsbeleid. De afgelopen periode zijn gezamenlijk onder andere een klachtenregeling en
notities over werving en selectie, invalbeleid en kwaliteitszorg tot stand gebracht.
Verdere integratie
In de samenwerkingsovereenkomst is onder meer bepaald dat een onderzoek zal worden
ingesteld naar de noodzaak en wenselijkheid van verdere integratie. Het onderwijsbureau
VOS/ABB heeft daarover recentelijk het rapport "Onderwijs en de G4. Meer dan de som der
delen?" uitgebracht.
De VOS/ABB is van mening dat op termijn alleen een fusie en centralisering van het
bovenschools management en de ambtelijke ondersteuning de bestuurlijke en organisatorische
uitgangspunten voor structurele beleidsverbetering biedt. Fusie is momenteel echter niet
aantrekkelijk omdat op grond van de bepalingen inzake de fmanciele gelijkstelling,
aanzienlijke bedragen aan het bijzonder onderwijs zullen moeten worden doorbetaald. Dat
lcomt omdat de huidige uitgaven voor administratie, beheer en bestuur in alle vier gemeenten
veel hoger zijn dan de rijksvergoeding. Bij de huidige bestuursvormen mogen deze kosten bij
de berekening van de overschrijding buiten beschouwing worden gelaten. Bij andere
bestuursvormen is deze uitzonderingsbepaling niet van toepassing.