Verder valt met betrekking tot de nieuwe raming op te merken dat wij de juiste WOZ-waarden in de berekening hebben opgenomen. In hoeverre de stijging van ons totaal aan WOZ-waarden overeenkomt met de landelijke tendens valt niet in te bepalen. Waarschijnlijk zal bij de mei- circulaire door het ministerie hierover mededelingen worden gedaan. Als het totaal aan WOZ- waarden in Nederland eenmaal bekend is volgt een aanpassing van het uitkeringspercentage (thans 1,172). Een in-schatting van die aanpassing (het zgn. tweede orde effect) valt op dit moment niet te maken. Fonds Werk en Inkomen Het Fonds Werk en Inkomen is met ingang van 1 januari jl. in werking getreden. Dit ging gepaard met een structurele uitname uit het gemeentefonds. Voor onze gemeente kwam die uitname neer op een nadeel van 597.000,--. Tegenover het nadeel staat dus een uitkering uit het Fonds Werk en Inkomen. De wijze van de berekening van die uitkering is vastgelegd in een algemene maatregel van bestuur. Yoor 2001 is die berekening voor het overgrote deel gebaseerd op het aandeel dat onze gemeente in 1998 had in de totale lasten van de bij de gemeenten gebleven kosten van bijstand en uitkeringen. Bij beschikking van 7 maart 2001 heeft het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ons meegedeeld dat de uitkering voor onze gemeente voorlopig uitkomt op 590.590,--. Per saldo is er dus een nadeel van f 6.410,-- maar, omdat in de begroting 2001 al rekening gehouden werd met een nadeel van16.000,- ontstaat dus nu een voordeel van f 9.590.-. Het gaat hierbij overigens om voorlopige cijfers gebaseerd op de raming van de bijstandsuitga- ven in 2001 van het ministerie zelf zoals die op de derde dinsdag van September 2000 aan het parlement is aangeboden. Met ontwikkelingen nadien zoals b.v. de stijging van de uitkerings- hoogte en de aan-tallen uitkeringsgerechtigden is bij de bepaling van de uitkering nog geen rekening gehouden. Eerst in de loop van dit jaar zal meer inzicht worden verkregen in de effecten daarvan. 922 Personeelslasten De huidige CAO is per 1 oktober 2000 afgesloten en heeft een looptijd tot 1 februari 2002. De ge- maakte afspraken leiden tot hogere uitgaven t.a.v. het personeel. Uit bijlage II blijkt dat die ver- hoging in het lopende begrotingsjaar uitkomt op een bedrag van 276.435,--. Omdat in de begroting rekening gehouden werd met een stijging van 267.644,— ontstaat per saldo een nadeel van f 8.791.—. In afwachting van de definitieve invulling van de nieuwe organisatiestructuur zijn er een aantal vacatures niet ingevuld. De middelen die hierdoor vrijvallen worden deels gebruikt voor de inhuur van externe krachten. Op het moment dat het organisatieproces wordt afgerond, zal een nieuwe opzet worden gemaakt van de personeelslasten en kan worden bekeken of het thans opgenomen budget toereikend is. Recapitulatie Van de hiervoor opgenomen interne- en externe opgenomen ontwikkelingen zijn is het volgende (in afgeronde bedragen) overzicht te maken. -4-

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2001 | | pagina 50