Voor de realisatie van de web-site voor onze gemeente zijn 4 leveranciers in beeld geweest. Er zijn 3 offertes uitgebracht. De ontvangen ontwerpen waren zeer uiteenlopend. Een uiterst summier massaproduct, een vrij traditionele uitgebreide site, waarbij de nadruk op de lay-out wordt gelegd, zoals bij veel gemeenten in gebruik is. (de gemeentegids als web-site) Dit zijn de zogenaamde le generatie web-site,s. Tenslotte is er een ontwerp waarbij niet alleen de overheid (gemeente) diensten verleent en informatie verstrekt aan de burger maar waarbij op digitale wijze een dorp (community) wordt gecreeerd welk een afspiegeling kan/moet worden van de maatschappij in onze gemeente. Een NetCommunity. Een zgn 2e generatie web-site. Argumenten: In de commissievergadering van mei j.l. is uiteen gezet wat de mogelijkheden van het ontwerp van onze keuze zijn. Een web-site waarbij communicatie mogelijk is tussen burgers, overheid, instellingen, bedrijfsleven, scholen enz. waarbij ook onderling tussen de deelnemers gecommuniceerd kan worden. Een site waarbij het mogelijk is om een persoonlijke entree te maken waarbij alleen de voor die gebruikers interessante informatie wordt gepresenteerd, en de mogelijkheid om dit steeds aan te passen. Een site waarmee de verschillende geledingen zoals o.a. verenigingen van dorpsbelang, (sport)verenigingen, politieke partijen en scholen zich kunnen profileren en manifesteren, van informatieverstrekking tot contributie-inning toe. Dit alles is mogelijk door, tegen een geringe vergoeding, op de plaza's mee te doen als lid van deze community. Via een eigen package, waarmee presentatie, communicatie en zaken doen via de site mogelijk is. Uiteraard kunnen bestaande web-site's ook met een zgn link vanaf deze site worden benaderd. Voor een uitgebreide uitleg verwijzen wij u naar het voorstel zoals dit door Buckaroo voor onze gemeente is gemaakt. M.n. hoofdstuk 3 geeft goed weer wat de bedoeling achter dit ontwerp is. De discussie over wie of wat wel of niet wordt toegestaan is in wezen niet anders dan in de gewone samenleving. Het beleid dat daar geldt is ook hier van toepassing. De web-master (degene die de site beheerd) zal zich vrijwel dagelijks met de site bezig moeten houden. Hiermee zal een personele inzet van 0,5 fte gemoeid zijn. Om dit in de hand te houden wordt bij de bouw van de site de beschikbare capaciteit maatgevend voor de hoeveelheid te plaatsen informatie, en niet andersom. Binnen die 0,5 fte vindt dus het onderhoud (lees actueel houden) van de eigen plaza "Bestuur" plaats en is ruimte om steekproefsgewijs controle uit te oefenen op de overige plaza's. Dit laatste om digitaal vandalisme tegen te gaan. In de bouwfase van de site, welke ongeveer 5 maanden in beslag zal nemen, zal de personele inzet van gemeentepersoneel groter zijn. M.n. het bepalen van welke producten interactief aan te bieden vergt overleg door de gehele organisatie. Nogmaals de te verversen informatie is digitaal beschikbaar en bestaande tekst is met knippen en plakken te vervangen. Tenslotte zij opgemerkt dat bij het opzetten en onderhouden van welke web-site dan ook met de inzet van 0,5 fte rekening moet worden gehouden. Juist door de gekozen opzet en de faciliteiten die hiervoor worden aangeleverd is eenvoud de (tijd)winstgevende factor. Om een indruk te geven over wat er op het gebied van de Elektronische Overheid op ons af komt zijn een aantal stukken van internet gehaald. Het betreft voornamelijk stukken van de site van minister Van Boxtel. Verder is het Actieprogramma Elektronische

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2001 | | pagina 31