GEMEENTE 13 LEEUWARDERADEEL Stiens, 19 September 2001 Raadsvergadering: 27 September 2001 Voorstelnummer: 2001/70 Onderwerp: beschikbaar stelling krediet t.b.v. vergoeding schade Te nemen besluit: een bedrag van 7.234 - beschikbaar stellen uit de post onvoorzien incidenteel vanwege een te vergoeden schade. Korte inhoud: als gevolg van een gevoerde bouwvergunningsprocedure heefit een advocatenkantoor te Leeuwarden bij ons een schadeclaim ingediend. Wij stellen u 'contre coeur' voor een krediet beschikbaar te stellen zodat de schadeclaim gehonoreerd kan worden. Inleiding: Namens de heer G. van der Meulen verzoekt de heer R. Reinsma van advocatenkantoor Boonstra Rademakers, te Leeuwarden schade te vergoeden die geleden is als gevolg van het te iang uitblijven van een bouwvergunning. Op 5 december 2000 is vergunning geweigerd en dit is in latere instantie (op 27 februari 2001) omgezet in een voor de heer Van der Meulen positief besluit. In de brief wordt gesteld dat ons college met het nemen van een weigeringsbesluit een onrechtmatige daad heeft gepleegd. De heer Reinsma is van mening dat dit verwijtbaar handelen is, aangezien het besluit in afwijking van ambtelijke adviezen en in strijd met de wet is genomen. Maar ook indien het handelen niet verwijtbaar is, zou schadevergoeding moeten volgen. Verwezen wordt naar een uitspraak van de Hoge Raad van 31 mei 1999, waarin overwogen is dat 'zelfs wanneer het overheidslichaam geen enkel verwijt treft, moet worden aangenomen dat deze onrechtmatige daad in beginsel - in de terminologie van artikel 6:162 BW - voor rekening van het overheidslichaam komt'. Hoewel wij onze eigen gedachten hebben bij het verzoek kan tegen de aangedragen redenering en onderbouwing van het schadevergoedingsverzoek juridisch gezien niets ingebracht worden. Derhalve zal de schade vergoed moet worden. M.b.t. de hoogte van de te vergoeden schade hebben wij het volgende overwogen. De heer Reinsma stelt in zijn brief dat de verbouwing van de woning van de heer Van der Meulen een vertraging van 4 maanden heeft opgelopen. Deze termijn wordt niet nader onderbouwd. Naar ons idee mag deze termijn korter gesteld worden. Op 5 december '00 had ons college de vergunning kunnen verlenen en deze vergunning is uiteindelijk op 27 februari '01 verleend. Concreet komt dit neer op een vertraging van 12 weken, zijnde drie maanden. De hoogte van het te vergoede schadebedrag moet daarom op onderdelen naar onze mening naar beneden worden bij gesteld.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2001 | | pagina 68