Vervolg
Na indiening van het Activiteitenplan heeft toetsing plaatsgevonden door het Ministerie van
YWS. Bij beschikking van 6 december 2001 is de goedkeuring verleend. Voor 1 april 2002
moeten de coordinerende gemeenten een verslag indienen omtrent de voortgang bij de
realisering van het Activiteitenplan. Voor 1 december 2002 leggen de gemeenten vervolgens
verantwoording af over de besteding van de uitkering aan de activiteiten waarvoor deze is
bestemd. Voor 31 maart 2003 stelt de minister de uitkering vast.
Door de goedkeuring van het Activiteitenplan is nu, mits het wordt uitgevoerd
overeenkomstig de door VWS gestelde voorwaarden, een stimuleringsbijdrage beschikbaar
van 2.254.570,-- 1.023.079,--) voor de hele provincie.
Uitwerking.
In het kader van de uitvoering van het Activiteitenplan is een stuurgroep in het leven geroe-
pen. Deze stuurgroep bestaat uit de portefeuillehouders van de coordinerende gemeenten en
de voorzitters van de drie RIO-besturen ondersteund door de directeuren van de RIO's en de
beleidsambtenaren van de coordinerende gemeenten.
Door de stuurgroep is een "basisdocument" vastgesteld waarin is beschreven hoe de geza-
menlijke aanpak van het activiteitenplan zou moeten plaatsvinden. Dit basisdocument maakt
deel uit van het Opschalingsplan. Een cruciaal punt in het opschalingstraject is, dat op enig
moment de drie RIO-besturen moet besluiten de huidige rechtspersonen te ontbinden.
Vervolgens zal daar een formele rechtspersoon voor in de plaats komen. Zo'n besluit moet in
ieder geval voor 1 juli 2002 zijn genomen. Op grond van de statuten van de RIO's moeten de
gemeenteraden voor het opheffen van de bestaande stichtingen toestemming geven. Het
streven is erop gericht om een dergelijk raadsbesluit in alle 31 gemeenten nog voor de
raadsverkiezingen van maart 2002 te laten nemen. Dat betekent een behoorlijke tijdsdruk. De
stuurgroep heeft met externe ondersteuning van Deloitte&Touche Bakkenist het Opscha
lingsplan vastgesteld op grond waarvan gemeenten begin 2002 een onderbouwd principebe-
sluit kunnen nemen.
Het streven om te komen tot een beperkt aantal indicatieorganen heeft betrekking op de
mogelijke schaalvoordelen. Het tot stand brengen van een RIO (maximaal twee) in een
zorgkantoorregio leidt tot een grotere organisatie die meer mogelijkheden biedt voor een
gedeconcentreerde aanpak, waarbij kan worden aangesloten bij de ontwikkelingen rond de
lokale zorgketen. In de centrale organisatie kunnen die functies en (staf)activiteiten worden
ondergebracht die vanwege de beperkte schaalomvang niet door de uitvoeringsorganisaties
kunnen worden uitgevoerd. Dit beleid sluit overigens naadloos aan op de initiatieven tot
samenwerking zoals die reeds tussen de drie Friese RIO's in gang was gezet.
De stuurgroep heeft op 20 december 2001 een Opschalingsplan opgesteld, dat ingaat op:
bestuurlijke vormgeving;
organisatiestructuur;
personele aspecten;
huisvesting;
financiele aspecten van de nieuwe organisatie.
Vanwege de lengte van het totale traject en de beperkte beschikbare tijd gelet op de Regeling
Robuuste RIO's is besluitvorming door alle raden noodzakelijk voor 1 juli 2002. Overigens is
dit ook een eis van VWS. Derhalve worden eerst principebesluiten gevraagd van de
gemeenteraden, waarna verdere uitwerking op detailniveau zal gaan plaatsvinden.