3. Het afwegingskader: basiskwaliteiten en ijkpunten
1. Het realiseren en instandhouden van een veilige, leefbare en geordende woonomaevina
1.1 De gemeente is metterdaad in staat de veiligheid van de burgers te waarborgen. De
gemeente is in staat zelfstandig, snel en doeltreffend op te treden bij lokale calamiteiten.
De gemeente is daartoe voldoende met menskracht en materieel geequipeerd. De ge
meente is met de beschikbare menskracht in staat om in preventieve zin toereikende
aandacht te besteden aan planvorming, toerusting en geoefendheid.
1.2 De gemeente is in staat om binnen de kaders van rijksbeleid en streekplan gestalte te
geven aan een evenwichtige ruimtelijke ordening, vanuit een kenbare en weloverwogen
beleidsvisie op de lokale behoeften, ontwikkelingsmogelijkheden en de functie en taak-
stellingen van de gemeente in regionaal verband.
De gemeente heeft eigen expertise van voldoende omvang en niveau in huis om in staat
te zijn tot samenspel met en tegenspel jegens externe adviseurs, projectontwikkelaars
en toezichthoudende overheden.
De gemeente beschikt over voldoende capaciteit en expertise om de bestemmingsplan-
voorschriften te handhaven.
1.3 De gemeente voert een evenwichtig dorpenbeleid vanuit een weloverwogen beleidsvisie.
Zij is in staat om een doelmatige spreiding van woningbouw en voorzieningen over ker-
nen binnen de gemeente te combineren met bevordering van een leefbare woonomge-
ving en een veerkrachtige en stimulerende sociale structuur in alle dorpen.
De gemeente beschikt over een structuur of platform voor overleg en draagvlakvorming
ten behoeve van het dorpenbeleid. Zij treedt initiatieven vanuit de dorpen met een inter-
actieve bestuursstijl tegemoet, waarbij zij duidelijkheid schept over mogelijkheden en
marges.
1.4 De gemeente beschikt op milieugebied over voldoende capaciteit en expertise voor een
professionele vergunningverlening en een gezaghebbend toezicht en dito handhaving.
Bij intergemeentelijke samenwerking of inschakeling van externe expertise op milieuge
bied beschikt de gemeente over voldoende deskundigheid in eigen huis om tot een zelf-
standige toetsing en beoordeling in staat te zijn.
1.5 De gemeente is op het gebied van de lokale infrastructuur in staat een beleid te voeren
waarin de gezichtspunten van verkeersafwikkeling, bereikbaarheid en veiligheid in een
logische samenhang gestalte krijgen, en waarin gerichte aandacht bestaat voor de vei
ligheid van de meer kwetsbare deelnemers aan het verkeer
1.6 De gemeente is in staat om publiek en publiekrechtelijk vorm te geven aan een goed
functionerend en open lokaal politiek proces. Zij is in staat om nabijheid en interactieve
beleidsvorming te combineren met politiek-bestuurlijke onafhankelijkheid ten opzichte
van de particuliere belangenbehartiging. College en Raad zijn in staat om afwegingen te
verrichten aan de hand van politiek-bestuurlijke gezichtspunten, in onafhankelijkheid van
lokale economische en maatschappelijke machtsverhoudingen.
Er is evenwicht van taakverdeling en feitelijke verantwoordelijkheid tussen de burge-
meester en de gekozen leden van het college van b. en w.