Inhoud en reactie zienswijze: De heren K. en G. van de Honing zijn eigenaar van de bedrijfsgebouwen op het perceel Skierhusterwei 8 en 10 te Jelsum. Zij hebben bezwaren tegen de beperkte bedrijfsbestemming op genoemd perceel. Zij menen hiervan schade te ondervinden. Verder vindt men de naastgelegen woning een belemmering voor de uitvoering van bedrijvigheid. Daarnaast vindt men de bouwvoorschrifiten voortvloeiende uit het streven naar behoud van het karakteristieke dorpsgezicht te beperkend. Tenslotte wil men expliciet in de voorschriften aangewezen zien, dat ter plaatse een bedrijfswoning is toegestaan. De eigenaren zijn in het bezit van een actuele milieuvergunning voor het plegen van onderhoudswerkzaamheden aan kermisattracties op genoemd perceel. Gelet op aard en omvang is een dergelijlce bedrijvigheid toelaatbaar in de omgeving. Ook functioned gezien is de activiteit toelaatbaar. Het dorp Jelsum kenmerkt zich als een gebied met van oudsher gemengde functies. De naastgelegen woonbebouwing is op voldoende afstand van het bedrijfsperceel gelegen en werkt niet belemmerend. Het ter plaatse geldende bestemmingsplan uit 1963 lcent aan het perceel een industriele bestemming toe. In het nieuwe bestemmingsplan blijft de bestaande bedrijvigheid toegestaan. Bij nieuwvestiging wordt echter een beperking gesteld aan de toelaatbaarheid van bedrijvigheid in dorpsgebieden. Dit overeenkomstig rijks- en provinciaal beleid. De provincie acht bij nieuwvestiging bedrijven in de lichtere milieucategorieen (categorie 1) toelaatbaar. Bij vrijstelling kan medewerking worden verleend aan de vestiging van bedrijven in de milieucategorie 2 alsmede daaraan voor wat betreft uitstraling gelijk te stellen bedrijven. Het nieuwe bestemmingsplan stelt derhalve grenzen aan de toelaatbaarheid van nieuwe bedrijvigheid. Het vigerende plan deed dat niet. In die zin is er sprake van een planologische beperking. Of en in hoeverre dit ook daadwerkelijk schade oplevert kan nu niet beoordeeld worden. Wij zien geen redenen naar aanleiding van de zienswijze de bestemming van de percelen te wijzigen. Bedrijvigheid wordt in het bestemmingsplan enlcel toegestaan in combinatie met de woonfunctie. Aangezien de woonfunctie in deze systematiek centraal staat is het niet gewenst de figuur van bedrijfswoning in het plan te introduceren. Jelsum is aangewezen als beschermd dorpsgezicht. De aan wij zing is verwerkt in het bestemmingsplan. Uitgangspunt is behoud en waar mogelijk herstel van de karakteristieke ruimtelijk-historische waarden van Jelsum in zijn onderlinge samenhang beschouwd. Hiertoe zijn in het bestemmingsplan diverse voorschriften opgenomen. Binnen het kader van de aangegeven bouwvoorschriften kan de bestaande bedrijfsuitoefening: bedrijf ten behoeve van het plegen van onderhoud aan kermisattracties op voldoende wijze plaatsvinden. Gelet op de actuele milieubeheersvergunning kunnen de aanwezige woningen (o.a. voormalige boerderij) geen belemmerende factor voor de bestaande bedrijvigheid opleveren. Wij stellen voor deze zienswijze niet gegrond te verklaren. Wij gaven al aan dat de zienswijze van de heer L. Ypma te laat is binnengekomen en daarmee niet-ontvanlcelijk is. Wij zijn echter van mening dat ongeacht de niet-ontvankelijkheid van de zienswijze, deze argumenten bevat waar wij inhoudelijk op willen reageren. De heer Ypma is eigenaar van het perceel aan de Skierhusterwei 42 te Jelsum. Hij verzoekt de gemeente de plangrens van het nieuwe bestemmingsplan Jelsum te laten samenvallen met zijn perceelgrens. Zijn perceel wordt in het ontwerp bestemmingsplan in tweeen gesplitst, waarbij een gedeelte binnen het plangebied valt, en een deel buiten het plangebied.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2002 | | pagina 54