meer gemist kunnen worden (bijv. ICT en personeelszaken). Hierbij moet worden bedacht dat, indien geen opschaling plaats vindt, de RIO's zich afzonderlijk moeten versterken; -Wijziging in de managementstructuur, waardoor naast de algemeen directeur, per vestiging een regiomanager wordt aangesteld; -De functieprofielen in de oude organisatie wijken af van die in de nieuwe organisatie. Hierdoor komen medewerkers in een hogere functie, waaraan een hoger salaris verbonden is, terwijl er ook medewerkers in een lager gewaardeerde functie komen. Deze laatsten behouden op basis van het sociaal plan hun huidige salaris; -Niet altijd was de huidige functieomvang sluitend te maken met de functieomvang in de nieuwe organisatie. De aandacht blijft er op gericht om de kosten die het gevolg zijn van fricties tussen de oude en de nieuwe organisatie inventief terug te dringen. Wanneer dit slaagt, wat vaak afhankelijk is van individuele omstandigheden, kunnen de effecten hiervan in de eerder genoemde nacalculatie worden verrekend. Het is niet opportuun hiervoor nu reeds een bedrag te ramen, omdat individuele factoren de mate van slagen hiervan bepalen. Het is ook denkbaar dat er in de loop van de jaren synergievoordelen optreden. De Stuurgroep heeft ervoor gekozen deze synergievoordelen niet nu al te ramen. Dit vanwege de navolgende redenen: -Bij een nieuwe organisatie kan er ook sprake zijn van niet voorziene aanloopkosten; dit is zeker legitiem; -Het ondermijnt de opdracht die de gemeenten in Fryslan de Stuurgroep heeft gesteld: kom met harde cijfers, waardoor niet, zoals bij eerdere opschalingen gespeeld heeft, binnen korte tijd de cijfers bijgesteld moeten worden in voor de gemeenten ongunstige richting. In de vorming van de afgesproken algemene reserve voor de nieuwe stichting kan worden voorzien vanuit het vermogen van de drie RIO's. Voor het merendeel van de gemeenten zal dit geen nadere kosten met zich meebrengen (zie bijlage 2 van het rapport). Recapitulerend zullen de meerkosten voor de gemeenten (per 1.000 inwoners) als volgt zijn: *stijging personele lasten: 205,-- *stijging structurele huisvestingslasten: 71,— *In totaal stijgen de centrale kosten: 276,-- (kostenpeil 2003) In het Opschalingsplan zijn de volgende bedragen genoemd: (per 1.000 inwoners): *stijging personeelskosten: 98,— *stijging huisvestingskosten: 28,— *Geraamde stijging exclusief sociaal plan: 126,— ofwel 130,— (kostenpeil 2003). Voor onze gemeente betekent het vorenstaande voor 2003 het volgende: *Een structurele verhoging van 276,— per 1.000 inwoners: 10,680 x 276,-: 2.947,- *Een eenmalige terugbetaling als gevolg van de hoogte van de Algemene Reserve voor het RIO-Fryslan: 6.134,— *Saldo terugontvangt: 3.187,— Ingaande 2004 blijven dan alleen de structurele kosten.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2002 | | pagina 85