Toelichting verordening per artikel
Artikel 1:
Dit artikel geeft definities voor begrippen die met zijn omschreven in de Algemene wet
bestuursrecht.
Artikel 2:
In dit artikel wordt de werking van de verordening aangegeven. Er zijn twee beperkingen. In
de eerste plaats geldt de verordening alleen voor de bestuursorganen van de gemeente
Leeuwarderadeel. Er worden dus geen regels gesteld die van betekenis zijn voor de taalkeuze
van burgers. In de Algemene wet bestuursrecht zijn daar wel bepalingen over opgenomen. De
bedoeling van de verordening is echter om rechtszekerheid te bieden aan burgers in de
omgang met bestuursorganen. Het is dus zaak om zo duidelijk mogelijk te omschrijven hoe de
gemeente met het Fries omgaat. In de tweede plaats geldt de verordening alleen voor het
schriftelijk verkeer. Het mondelinge verkeer is een zaak van "normale wederkerende
tegemoetkomendheid", zoals dat ook al genoemd werd in het eindrapport van de commissie
Kingma Boltjes in 1953. Daamaast zijn in de artikelen 2:7 en 2:8 van de Algemene wet
bestuursrecht regels opgenomen over het mondelinge verkeer. Met het schriftelijke verkeer
hangen rechten en verplichtingen samen. In artikel 2:9 van de Algemene wet bestuursrecht
wordt aan de in de provincie Fryslan gevestigde bestuursorganen die niet tot de centrale
overheid behoren, dan ook expliciet de bevoegdheid gegeven om regels te stellen voor het
gebruik van de Friese taal in schriftelijke stukken.
Artikel 3
De bestuursorganen van een gemeente zijn: de gemeenteraad, het college van burgemeester en
wethouders en de burgemeester. Onder artikel 1 is nog eens aangegeven dat het om deze
organen gaat. Onder de definitie van bestuursorganen in de Algemene wet bestuursrecht
vallen ook de in Fryslan gevestigde, bij gemeenschappelijke regeling vastgestelde openbare
lichamen en gemeenschappelijke organen. Het recht van vrije taalkeuze kan beperkt worden
door wettelijke bepalingen. Daaronder worden formeel wettelijke bepalingen verstaan, zoals
de artikelen 2:10 en 2:11 uit de Algemene wet bestuursrecht.
Artikel 4:
In de discussie over het Fries in het bestuurlijk verkeer speelt de vraag of voor "tweetaligheid"
of "dubbeltaligheid" gekozen moet worden. Tweetaligheid doet recht aan het beginsel van
gelijkwaardigheid, maar vraagt wel een bewuste keuze in elke situatie. Dubbeltaligheid geeft
een concurrentieverhouding en het kost meer tijd en geld om alles in twee talen op te stellen.
In de Algemene wet bestuursrecht blijft de mogelijkheid open voor beide stelsels. Wordt er
gekozen voor dubbeltaligheid dan behoeven de artikelen 5 en 6 niet te worden opgenomen
omdat bij dubbeltaligheid geen taalkeuze behoeft te worden gemaakt en geen vertaalregeling
nodig is. Alle documenten worden dan geschreven in het Nederlands en in het Fries. De keuze
voor een van de altematieven is tegelijk een keuze voor een van beide stelsels. In dit artikel is
gekozen voor het beginsel van tweetaligheid.