Artikel 5: In het oorspronkelijke wetsvoorstel van de Algemene wet bestuursrecht waren algemene richtlijnen opgenomen die in grote lijnen aangeven met welke factoren rekening gehouden moet worden bij het maken van een taalkeuze. Deze algemene richtlijnen zijn uit de uiteindelijke wetstekst verwijderd omdat in artikel 2:10 al enkele meer dwingende normen opgenomen zijn voor het schriftelijk gebruik van de Friese taal in het bestuurlijk verkeer. In de toelichting van het Ministerie van Binnenlandse zaken (opgenomen in de nota naar aanleiding van het verslag van de tweede kamerfracties) wordt gesteld dat zij er vanuit gaan dat de Friese gemeenten en waterschappen die een taalkeuzeverordening opstellen, daarbij rekening houden met de eerder genoemde algemene richtlijnen. Omdat deze algemene richtlijnen ook aansluiten bij de bestaande praktijk in Fryslan hebben wij ze opgenomen in de verordening. Samen met artikel 2:10 vormen ze een goede basis voor de taalkeuze. De verordening gaat uit van de algemeen geaccepteerde uitgangspunten voor regelgeving over het gebruik van het Fries in het bestuurlijk verkeer, namelijk de gelijkwaardigheid en gelijkberechtiging van het Fries en het Nederlands als talen van het officiele verkeer in Fryslan. In artikel 5, lid e zijn deze uitgangspunten neergelegd en daarmee ook het uitgangspunt van deze verordening: het verbeteren van de positie van het Fries in het bestuurlijk verkeer door het voeren van een expliciet taalbeleid. Artikel 6: Een vertaling van een Friestalig document op verzoek wordt gratis verstrekt. Artikel 7: Omdat er situaties kunnen zijn waarin het niet redelijk is, gelet op de omstandigheden, om vast te houden aan het bepaalde in de voerordening, is er voor gekozen om deze redelijkheidsclausule op te nemen. Er zouden immers omstandigheden kunnen zijn waarin het bestuursorgaan wil afwijken van het beginsel van tweetaligheid en een stuk dubbeltalig naar buiten wil brengen. In alle gevallen moet het gaan om bijzondere omstandigheden die zich van tevoren niet in regels laten vatten en waarbij sprake zal zijn van onbillijkheid wanneer de verordening wordt toegepast. Het bestuursorgaan zal haar oordeel hierover moeten geven en zal de afwijking van de verordening moeten motiveren. Artikel 8: Dit artikel is algemeen en geeft geen aanleiding tot op- of aanmerkingen. 10

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2003 | | pagina 44