4.
VREEMDELEVGEN EN NIEUWKOMERS
4.1 Wet gemeentelijke zorg voor houders van een voorwaardelijke
vergunning tot verblijf (Zorgwet WTV)
Per 1 juli 1995 is de Wet gemeentelijke zorg voor houders van een voorwaardelijke vergunning tot
verblijf in werking getreden.
Op basis van deze wet heeft de gemeente een zorgplicht voor vreemdelingen met een
voorwaardelijke vergunning tot verblijf.
De zorgplicht houdt in dat de vergunninghouder moet worden gehuisvest, verzekerd voor
ziektekosten en de financiele gevolgen van wettelijke aansprakelijkheid.
Daamaast heeft hij recht op een vergoeding voor levensonderhoud en bijzondere kosten.
De gemeente ontvangt daarvoor een vergoeding van het Rijk.
Op 1 april 2001 is de Vreemdelingenwet 2000 ingevoerd.
Tegelijkertijd is de Zorgwet WTV ingetrokken.
Dit betekent dat de opvang van personen met een voorwaardelijke vergunning tot verblijf
geleidelijk zal worden afgebouwd.
Achtentwintig dagen nadat de WTV-procedure is doorlopen, dienen de voorzieningen in het
kader van de Zorgwet WTV te worden beeindigd.
Voor de meeste mensen geldt dat zij Nederland moeten verlaten, waarbij gebruik kan worden
gemaakt van speciale terugkeerfaciliteiten.
In een enkel geval is temgkeer naar een asielzoekerscentrum mogelijk.
Op 31 december 2001 waren nog 11 personen woonachtig in de gemeente Leeuwarderadeel, die
gebruik maakten van de faciliteiten die de Zorgwet WTV hen biedt.
4.2 Taakstelling huisvesting
Met de invoering van de Vreemdelingenwet 2000 is de huisvestingtaakstelling in het kader van de
Zorgwet WTV vervallen.
Vanaf 01 april 2001 heeft de gemeente alleen nog een taakstelling op basis van de
Huisvestingswet.
De taakstelling wordt tweemaal per jaar vastgesteld.
Het betreft ex-asielzoekers aan wie een vergunning tot verblijf voor bepaalde op onbepaalde tijd
asiel of regulier bepaalde tijd wordt uitgereikt.
Personen met een dergelijke vergunning hebben recht op huisvesting en kunnen een beroep doen
op de Algemene bijstandswet.
In 2001 zijn er geen statushouders in de gemeente Leeuwarderadeel komen wonen.
Hiermee werd niet voldaan aan de verplichting welke door het Rijk wordt gesteld en door de
Provincie wordt bewaakt.
Dit wil echter niet zeggen, dat er door de gemeente geen pogingen zijn gedaan om aan deze
verplichting te voldoen.
Echter door exteme omstandigheden, waarop de gemeente geen invloed kan uitoefenen kwamen
geen plaatsingen tot stand.
Hierbij kan gedacht worden aan de gespannen situatie op de woningmarkt (er komen vrijwel geen
woningen vrij), de afbraak van woningen in Leeuwarden waarbij de voormalige bewoners
15