Paragraaf 2 Het recht op een woonvoorziening
Artikel 2.4 Hetprimaat van verhuizen
1. Een gehandicapte kan voor een woonvoorziening als bij artikel 2.1. lid 1 onder a
genoemde in aanmerking worden gebracht, wanneer aantoonbare beperkingen als
gevolg van ziekte of gebrek het normale gebruik van de woning belemmeren.
2. Een gehandicapte kan voor een woonvoorziening als bij artikel 2.1. lid 1 onder
b en c genoemd in aanmerking worden gebracht indien de in het eerste lid
genoemde voorziening niet te realiseren is of niet de goedkoopst adequate oplossing
is.
3. De aanvraag voor een woonvoorziening als bedoeld in artikel 2.1 lid a wordt
geweigerd indien:
a. de noodzaak tot het treffen van deze woonvoorziening het gevolg is van
een verhuizing waartoe op grond van belemmeringen bij het normale
gebruik van de woning ten gevolge van ziekte of gebrek geen aanleiding
bestond en er geen andere belangrijke reden aanwezig was;
b. indien de gehandicapte niet is verhuisd naar de voor zijn of haar
beperkingen op dat moment beschikbare meest geschikte woning, tenzij
tevoren schriftelijke toestemming is verleend door burgemeester en
wethouders.
Paragraaf 3 Voorwaarden by verlening van woonvoorzieningen
Artikel 2.5 Hoofdverblijf
1. Burgemeester en wethouders verlenen slechts een financiele tegemoetkoming
de gemaakte kosten indien de gehandicapte zijn hoofdverblijf heeft of zal
hebben in de woonruimte waaraan de voorziening wordt getroffen.
2. In afwijking van het gestelde in het eerste lid kan een financiele
tegemoetkoming worden verleend in de kosten van het bezoekbaar maken
van een woonruimte indien de gehandicapte zijn hoofdverblijf heeft in een
AWBZ-inrichting.
3. De aanvraag wordt ingediend in de gemeente waar de aan te passen woning
staat.
4. De financiele tegemoetkoming bedoeld in het tweede lid wordt verleend onder
de voorwaarde, dat de gemeente waar de gehandicapte zijn hoofdverblijf heeft,
verklaart dat haar niet bekend is dat ten behoeve van de gehandicapte reeds eerder een
woning bezoekbaar is gemaakt.
5. Onder het in het tweede lid genoemde bezoekbaar maken van de woonruimte
wordt verstaan dat de gehandicapte de woonruimte, de woonkamer en een
toilet kan bereiken.