b. het aanbrengen van elektrische deuropeners;
c. aanleg van een hellingbaan van de openbare weg naar de toegang van het gebouw (mits de
woningen in het woongebouw te bereiken zijn met de rolstoel);
d. drempelhulpen of vlonders;
e. het aanbrengen van een extra trapleuning bij een portiekwoning;
f. een opstelplaats voor een rolstoel bij de toegangsdeur van het woongebouw.
Paragraaf 5 Aanpassingen van woonwagens, woonschepen en binnenschepen
Artikel 2.11 Specifieke voorwaarden voor verletting van voorzieningen in de aanpassing van
een woonwagen
Burgemeester en wethouders verlenen slechts een financiele tegemoetkoming in de
aanpassingskosten van een woonwagen indien ten tijde van het indienen van de aanvraag van
een woonvoorziening:
a. de technische levensduur van de woonwagen nog minimaal 5 jaar;
b. de standplaats niet binnen vijf jaar voor opheffing in aanmerking komt;
c. de woonwagen ten tijde van de indiening van de aanvraag voor een voorziening bij de
gemeente op de standplaats stond; en
d. de hoofdbewoner van een woonwagen in het bezit is van een bewoningsvergunning als
bedoeld in de Woonwagenwet.
Artikel 2.12 Specifieke voorwaarden voor verlening van voorzieningen in de aanpassing van
een woonschip
Burgemeester en wethouders verlenen slechts een financiele tegemoetkoming in de
aanpassingskosten van een woonschip indien ten tijde van het indienen van de aanvraag van
een woonvoorziening:
a. de technische levensduur van het woonschip nog minimaal 5 jaar is;
b. het woonschip nog minimaal vijf jaar op de ligplaats mag blijven liggen.
Indien de technische levensduur van de woonwagen of het woonschip minder dan vijf jaar is,
of de standplaats van de woonwagen binnen vijf jaar voor opheffing in aanmerking komt, of
het woonschip niet tenminste nog vijf jaar op de ligplaats mag liggen, bedragen de maximale
aanpassingskosten 908,=.
Artikel 2.13 Specifieke voorwaarden voor verlening van voorzieningen in de aanpassing van
een binnenschip
Burgemeester en wethouders verlenen slechts een financiele tegemoetkoming in de
aanpassingskosten van een binnenschip, indien de aanpassing betrekking heeft op het voor de
schipper, de bemanning en hun gezinsleden bestemde gedeelte van het verblijf als bedoeld in
artikel 1, tweede lid, onderdeel V, van het Binnenschepenbesluit (Stb. 1987,466), van een
binnenschip, dat:
a. in het register, bedoeld in artikel 783 van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek als zodanig
te boek is gesteld op de wijze omschreven in de maatregel te boek gestelde schepen 1992;
en
b. bedrijfsmatig wordt gebruikt, hetzij voor het vervoer van goederen, daarbij blijkens de
meetbrief bedoeld in het metingsbesluit binnenvaartuigen 1987 een laadvermogen van
tenminste 15 ton hebbend, of voor het vervoer van meer dan 12 personen buiten de in de