In die gevallen waarin de gehandicapte tijdens het aanbrengen van de voorzieningen niet in de
woonruimte kan blijven wonen en om deze reden tijdelijk naar een andere woonruimte moet
uitwijken, kan voor de periode van maximaal 6 maanden dat dit noodzakelijk is een
tegemoetkoming in de dubbele woonlasten worden verstrekt.
f. huurderving
Dit punt wordt ingevoerd om van verhuurders medewerking te krijgen bij het beschikbaar
houden van leeggekomen aangepaste woningen voor de doelgroep.
In geval van huurbeeindiging kan de gemeente aan de verhuurder een financiele
tegemoetkoming verstrekken voor de huur van een aangepaste woning waarvan de
aanpassingen meer hebben gekost dan 4.538,=. De eerste maand is voor rekening van de
verhuurder. De tweede tot en met de zesde maand wordt de werkelijke huurprijs (exclusief
elektra, water, en gasverbruik van de woning), die aan de laatste bewoner in rekening is
gebracht vermeerderd met de jaarlijkse huuraanpassing indien 1 juli valt in de periode van
leeg stand, vergoed. Als blijkt dat na zes maanden het volgens de gemeente zinvol is om de
woning langer vast te houden, kan de vergoeding voor huurderving zolang door gaan tot hij
opnieuw wordt verhuurd aan een gehandicapte. Dit wordt alleen gedaan wanneer de woning
adequaat is voor een gehandicapte die de woning nog niet kan betrekken omdat hij of zij
verblijf in een inrichting ter verpleging of verzorging of revalidatie.
Onder aanpassingen die meer hebben bedragen dan 4538,=, wordt mede verstaan
aangebrachte trapliften, ongeacht de hoogte van de kosten die hieraan waren verbonden.
Indien de aangebrachte voorzieningen leiden tot een verbetering van de verhuurbaarheid van
de woning wordt geen huurderving verstrekt.
Artikel 2.2 Gereedmelding, vaststelling en uitbetaling financiele tegemoetkoming.
In dit artikel wordt ook geregeld dat de woningaanpassing binnen een bepaalde termijn wordt
gereed gemeld. De gereedmelding vindt plaats door degene aan wie de financiele
tegemoetkoming wordt uitbetaald en niet door de gehandicapte. Hiervoor is gekozen omdat
degene die de financiele tegemoetkoming ontvangt niet altijd de gehandicapte is.
Indien dat het geval is heeft de gehandicapte, of zijn gemachtigde, geen belang bij de
gereedmelding en zou de begunstigde de dupe kunnen worden. De gereedmelding dient
binnen een bepaalde termijn na het verlenen van de financiele tegemoetkoming plaats te
vinden, dit om te voorkomen dat het treffen van de voorziening te lang op zich laat wachten.
Een andere reden voor het opnemen van een gereedmeldingstermijn is om te voorkomen dat
onnodig lang een verplichting tot uitbetaling van subsidie blijft openstaan.
De gemeente controleert of aan de voorwaarden bij het verlenen van de subsidie is voldaan.
Om te voorkomen dat iedere voorwaarde daadwerkelijk moet worden gecontroleerd is er voor
gekozen om een verklaring te vragen. Indien later alsnog zou blijken dat niet aan alle
voorwaarden is voldaan kan de subsidie alsnog worden ingetrokken en eventueel worden
teruggevorderd.
Op grond van deze gegevens kan de financiele tegemoetkoming worden vastgesteld en
vervolgens worden uitbetaald.
De termijn bedoeld in het vierde lid kan gesteld worden op vijf jaar. Deze termijn sluit aan op
de normaal geldende verjaringstermijn, binnen vijf jaar is het mogelijk om subsidies,
belastingen etc. terug te kunnen vorderen. De hoogte van de financiele tegemoetkoming is
afhankelijk van de hoogte van de subsidiabele kosten van de woningaanpassing. Deze is pas
definitief bekend op het moment dat de aanpassing is uitgevoerd.