Alhoewel in de RGSHG geen bepaalde termijn werd gesteld, is het reeel de woningaanpassing die binnen de gestelde termijn in het kader van de RGSHG is verstrekt, in beginsel mee te tellen, tenzij hiervoor onredelijke situaties ontstaan. Artikel 2.8 Duidelijkheid over financiering van het niet gesubsidieerde deel van de kosten. Indien er geen duidelijkheid bestaat over de wijze van financiering van het niet door subsidie gedekte deel van de voorziening staat het niet vast dat de voorziening daadwerkelijk getroffen kan worden. Het mag duidelijk zijn dat er in dat geval geen subsidie wordt verleend. Bij gehandicapten die een huurwoning bewonen, dient overeenstemming te bestaan tussen hmrrder en verhuurder over de financiering van het niet door subsidie gedekte deel van de investering. Deze overeenstemming kan bestaan uit een doorberekening in de huur of afspraken over rente en aflossing van een door de verhuurder aan de huurder verstrekte lening of een andere wijze van financieren door de gehandicapte zelf. Bij gehandicapten die een eigen woning laten aanpassen dient duidelijk te zijn dat voorzien is in de financiering van het niet door subsidie gedekte deel. Paragraaf 4 Beperldng van in de verlening van woonvoorzieningen. Artikel 2.9 Het verwerven van grond. Als de woningaanpassing een uitbreiding van een bestaande woning of het groter bouwen van een nieuwe woning tot gevolg heeft kan de gemeente een financiele tegemoetkoming verlenen in de kosten van het verwerven van extra grond die noodzakelijk is om de woningaanpassing te realiseren. Uiteraard wordt geen financiele tegemoetkoming verstrekt indien de extra te verwerven grond als tuin o.i.d. wordt benut. Alleen de grond die noodzakelijk is voor de woningaanpassing zelf kan in aanmerking komen voor een financiele tegemoetkoming, waarbij een maximum aantal m2 wordt gehanteerd voor de verschillende vertrekken (zie bijlage I Besluit financiele tegemoetkomingen gehandicapten). Artikel 2.10 Woningaanpassingen van gemeenschappelijke ruimten. De gemeenschappelijke ruimten zullen voomamelijk entrees en portieken van woongebouwen betreffen. Daarbij zal het vooral gaan om het verbreden van toegangsdeuren, het aanbrengen van elektrische deuropeners, de aanleg van een hellingbaan van de openbare weg naar de toegang tot de woning, drempelhulpen en vlonders, het aanbrengen van een extra trapleuning, een opstelplaats voor een rolstoel of een vervoersvoorziening bij de toegangsdeur van het woongebouw. Het aanpassen van hobby- en recreatieruimten komt niet in aanmerking voor een financiele tegemoetkoming, tenzij uitsluitend via deze ruimte(n) de woning bereikt kan worden. Paragraaf 5 Aanpassingen van woonwagens, woonschepen en binnenschepen* In het volkshuisvestingsbeleid wordt emaar gestreefd geen onderscheid meer te maken in de regels die gelden voor woningen enerzijds en andere woonvormen anderzijds. Deze paragraaf omvat een aantal in het kader van de verordening vastgestelde aanvullende regels voor deze categorie.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2003 | | pagina 57