Alleen in die gevallen dat het redelijkerwijs buiten de mogelijkheden van de gehandicapte ligt om te voorkomen dat er dubbele woonlasten opgebracht moeten worden, kan tot vergoeding van extra woonlasten in verband met tijdelijke huisvesting worden overgegaan. Het gaat hier met name om dubbele woonlasten die niet kunnen worden vermeden door de tijdelijke huisvesting. De tegemoetkoming heeft betrekking op kosten die gemaakt worden in verband met het tijdelijk betrekken van een zelfstandige woonruimte, het tijdelijk betrekken van een niet- zelfstandige woonruimte of het langer moeten aanhouden van de te verlaten woonruimte. Uiteraard dienen de kosten noodzakelijk en aantoonbaar te zijn. Gedacht kan worden aan dubbele huur, heraansluitingskosten, dubbele energielasten etc. De kosten van tijdelijke huisvesting kunnen niet automatisch bij de gemeente in rekening worden gebracht. De algemene werking van de WVG is zodanig dat er eerst een aanvraag moet worden ingediend, alvorens men in aanmerking komt voor een vergoeding. Daamaast wordt ook beoordeeld of betrokkene ergens anders ondergebracht had kunnen worden, zoals bij familieleden of vrienden. Artikel 2.17 Hdurderving. Het vinden van een geschikte huurder voor een aangepaste woning kan langer duren dan de termijnen die voor niet-gehandicapten gelden. Om deze reden is een grens getrokken bij een investeringsbedrag van 4.538,=. Woningen die voor een lager bedrag zijn aangepast zullen in veel gevallen niet zo specifiek zijn aangepast dat het vinden van een geschikte kandidaat door de woningaanpassingen belemmerd wordt. Door de eigenaar van de woning een financiele tegemoetkoming in de gederfde huurinkomsten te verlenen kan bevorderd worden dat de aangepaste woonruimte beschikbaar blijft voor gehandicapten. De duur van de tegemoetkoming is beperkt. In de exploitatie van een woning wordt rekening gehouden met een bepaald percentage huurderving. Om deze reden is het te verantwoorden dat de verhuurder het normale risico van leegstand loopt. De eerste maand leegstand wordt als een normaal risico beschouwd. De tweede t/m de 6 maand komt voor rekening van de gemeente, wanneer de gemeente besluit de woning beschikbaar te houden voor een gehandicapte. De in dit artikel genoemde mogelijkheid tot subsidiering is bedoeld als stimulans om de bereidheid van de woningeigenaar te vergroten zijn medewerking aan het aanpassen van de woonruimte te verlenen. Paragraaf 8: Anti-speculatie. Artikel 2.18 Anti-speculatie. In het geval de eigen woning is aangepast en de waarde daardoor stijgt, kan via dit artikel voorkomen worden dat de meerwaarde die het huis door de aanpassing heeft gekregen bij verkoop ten goede komt aan de gehandicapte. Als de gehandicapte binnen vijf jaar nadat de woning is aangepast de woning verkoopt moet de extra-opbrengst (deels) aan de gemeente worden teruggestort. Als de tegemoetkoming destijds 100% van de aanpassingskosten bedroeg, dan moet de gehandicapte bij verkoop 100% van de meerwaarde aan de gemeente terugstorten.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2003 | | pagina 59