Men kan hiervoor een beroep doen op Traxx. De service van Traxx heeft een verbetering
ondergaan.
Voor het bereiken van familie buiten het zorgplichtgebied heeft de gemeente alleen in een
uitzonderlijke situatie van dreigende vereenzaming een zorgplicht.
Artikel 3.3 Keuzemogelijkheden vervoersvoorzieningen.
Dit artikel bepaalt dat, indien in het gezin een personenauto aanwezig is, de gehandicapte in
principe een keuzemogelijkheid krijgt, althans indien het collectief vervoer geindiceerd is.
Het bedrag is lager vastgesteld dan het vaste normbedrag voor een tegemoetkoming in de
kosten van het gebruik van een auto of taxi, aangezien deze laatste groep mensen niet gebruik
kunnen maken van het collectief vervoerssysteem. Door de lagere financiele tegemoetkoming
voor de mensen waarop de keuzemogelijkheid van toepassing blijft de optie van het collectief
vervoerssysteem voor hen aantrekkelijk.
Onder gezinssituatie wordt verstaan de gehandicapte, diens echtgeno(o)t(e) of partner,
inwonende ouders, inwonende kinderen of inwonende broer/zuster.
De keuzemogelijkheid is opgenomen omdat gehandicapten in dergelijke omstandigheden
gedwongen zouden worden gebruik te maken van het collectief vervoerssysteem, terwijl zij in
het bezit zijn c.q de mogelijkheid hebben gebruik te maken van de eigen auto. Het gedwongen
gebruik moeten maken van het collectief vervoerssysteem wordt als onbillijk en ongewenst
beschouwd.
Ondanks de keuzemogelijkheid voor autobezitters, is de gemeente bevoegd om het primaat
toch bij het collectief vervoerssysteem te leggen. Dit zal het geval zijn, indien onduidelijkheid
of onzekerheid over de werkelijke vervoersbehoefte van betrokkene bestaat. De financiele
tegemoetkoming dient niet beschouwd te worden als een inkomensondersteunende
voorziening.
Mocht dit het geval zijn, dan wordt voor het eerste jaar het primaat bij het collectief vervoer
gelegd. Na dit jaar dient duidelijk te worden of de vervoersbehoefte van betrokkene zodanig
is, dat recht op een financiele tegemoetkoming voor de auto bestaat.
Hoofdstuk 4. Rolstoelen.
Artikel 4.1 Algemene omschrijving.
Dit artikel bepaalt dat burgemeester en wethouders een rolstoel kunnen verstrekken voor
verplaatsing binnen en/of buiten. 'Rolstoelen' die uitsluitend geschikt zijn voor buitenvervoer
zijn per definitie vervoersvoorzieningen (b.v. een scootermobiel voor buitengebruik of een
elektrische buitenwagen). Zoals bij de begripsomschrijvingen reeds is aangegeven, valt onder
het begrip 'rolstoel' alleen een handbewogen of elektrische rolstoel en geen andere
voorzieningen voor het verplaatsen binnenshuis, zoals een trippelstoel. Onder handbewogen
rolstoelen kan ook verstaan worden een duwwandelwagen of een zelfbeweger. Ook
individuele aanpassingen aan rolstoelen vallen onder de rolstoelverstrekking. Vaak zullen
aanpassingen tegelijkertijd met de rolstoel worden gerealiseerd. Het kan echter ook
voorkomen dat aanpassingen aan rolstoelen afzonderlijk van de rolstoel worden aangevraagd
en worden verleend.
Sportrolstoelen vallen wel onder de rolstoelen zoals hier bedoeld.
