Indien een ander aansprakelijk is voor het verloren gaan, dient bekeken te worden of het
mogelijk is deze derde door de gehandicapte hiervoor aansprakelijk te doen stellen om
zodoende de kosten te kunnen verhalen.
Indien in een woning een traplift, een verstelbare keuken of een andere dure voorziening is
aangebracht heeft dit gevolgen voor de te verzekeren waarde van de opstal. Dit risico dient in
de opstalverzekering gedekt te worden. Indien bij voorbeeld bij brand blijkt dat de woning
onvoldoende verzekerd is, dan kan op dat moment geen beroep op deze verordening worden
gedaan.
Artikel 5.3 Bijzondere bepalingen.
Artikel 5.3 bepaalt in lid 1 dat in de beschikking moet worden vermeld op welke kosten de
tegemoetkoming betrekking heeft, indien een financiele tegemoetkoming, dan wel
gemaximeerde vergoeding wordt verleend. Door deze vermelding kan worden voorkomen dat
later onduidelijkheid blijkt te bestaan over het precieze doel van de tegemoetkoming.
Ook maakt deze omschrijving de intrekking van een voorziening en de terugvordering
daarvan eenvoudiger.
Lid 2 van artikel 5.3 bepaalt dat in de beschikking geldingsduur, uitkeringsmaatstaf alsmede
toepasselijke voorschriften voor uitbetaling, vermeld dienen te worden indien het een
periodieke tegemoetkoming betreft. Deze voorschriften hebben primair tot doel een goede
motivering te geven voor de beslissing.
Een tweede doel is om voldoende duidelijkheid te scheppen bij de gehandicapte wat van hem
verwacht wordt. Hiermee kan voorkomen worden dat de situatie ontstaat dat gehandicapte en
gemeentebestuur beide een initiatief van de ander afwachten, terwijl de gehandicapte actie
dient te ondememen.
Bezwaar en beroep
Artikel 11 WVG bepaalt dat tegen beschikkingen tot toekenning, weigering of intrekking van
een in artikel 2 (WVG) bedoelde voorziening voor de gehandicapte beroep openstaat. Dit
beroep is mogelijk bij de administratieve kamers van de Arrondissementsrechtbanken; hoger
beroep is mogelijk bij de Centrale Raad van Beroep.
Artikel 7.1 AWB bepaalt dat voordat een beroep gedaan kan worden op de administratieve
kamer van de Arrondissementsrechtbank, eerst bezwaar gemaakt dient te worden tegen dit
besluit. Dit betekent dat er aan een beroepsprocedure altijd eerst een bezwaarschriften-
procedure vooraf dient te gaan.
Laat men de periode om bezwaar te maken ongebruikt passeren, dan verspeelt men daarmee
in principe ook de mogelijkheid tot beroep.
Beroep op de rechter is dus pas mogelijk nadat via bezwaar het besluit aan een bestuurlijke
heroverweging is onderworpen.
Een bezwaarschrift moet ingediend worden bij hetzelfde bestuursorgaan dat het besluit heeft
genomen, i.e. burgemeester en wethouders.
Men kan een bezwaarschrift indienen na ontvangst van een beschikking en na verstrijken van
de redelijke termijn voor de beslissing (art. 4.13 AWB).
Het bezwaarschrift moet naam en adres van de indiener bevatten evenals de dagtekening en
de omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht. Verder moet het