drie "w"-vragen) vaststelt, en, dat het college per programma (prestatie-)
indicatoren voorstelt (vaststelling door de raad).
Om relevante prestatie-indicatoren voor te kunnen stellen is het uiteraard van
belang dat de raad per programma helder aangeeft welke maatschappelijke
effecten hij wil bereiken. In het dualistisch bestel dient de raad de "w"-vragen
zelf te beantwoorden en niet over te laten aan het college en/of ambtelijke
organisatie
Artikel 4 - Kaders begroting
In dit artikel wordt bepaald dat het college voor een bepaald tijdstip een nota
over de kaders voor het volgende begrotingsjaar en de drie daaropvolgende
jaren aan de raad aanbiedt. Voor de aanbieding van de nota is gekozen voor de
datum van 1 mei, terwijl de raad de nota daaropvolgend uiterlijk 1 juni dient
vast te stellen.
Als bekend start de begrotingsvoorbereiding al in een vroeg stadium. De or
ganisatie heeft er behoefte aan om tijdig te weten binnen welke kaders ge-
werkt moet worden. De technische doorrekening van (hulp-)kostenplaatsen
naar beheersproducten, naar beleidsproducten en daama naar programma's
vergt nu eenmaal de nodige doorlooptijd.
Het kiezen voor genoemde data impliceert verder dat de effecten van de mei-
circulaire (dit jaar overigens een juni-circulaire) niet kunnen worden meege-
nomen. Hoewel de fmanciele consequenties van de mei-circulaire (zeer) in-
grijpend kunnen zijn, denken wij, dat daar niet aan valt te ontkomen. Het
doorschuiven naar een later tijdstip geeft nu eenmaal grote problemen in
verband met de tijdige besluitvorming door de raad (vakantieperiode) en het
vervolg-traject tijdens c.q. direct na de zomerperiode.
Eventuele bijstellingen als gevolg van de mei-circulaire als ook de september-
circulaire moeten/kunnen in een later stadium altijd alsnog in de begroting tot
uitdrukking worden gebracht.
Artikel 6 - Interne controle
In de reeds vastgestelde verordening ex artikel 213a van de Gemeentewet zijn
de regels voor interne onderzoeken opgenomen.
In dit artikel wordt (daamaast) bepaald dat tenminste eenmaal in de vier jaar
het college een nota aan de raad aanbiedt inzake de bestrijding van misbruik en
oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen.
In de verordening wordt overigens in andere artikelen bepaald dat over be-
paalde onderwerpen tenminste eenmaal in de vier jaar aan de raad wordt gerap-
porteerd. Dergelijke nota's dienen steeds binnen drie maanden door de raad te
worden vastgesteld.
Artikel 7 - Rapportage en verantwoording
In het eerste tot met het vierde lid van dit artikel wordt een belangrijk onder-
deel van de planning en control van de raad geformaliseerd. Bij de keuze van
de tijdstippen is aangesloten bij de bestaande praktijk.
In het vijfde lid wordt bepaald welke privaatrechtelijke rechtshandelingen in
elk geval vooraf aan de raad moeten worden gemeld. Hiermee perkt de raad de
beoordelingsvrijheid van het college in door zelf te bepalen wat belangrijk