de Langebuorren waardoor het onaantrekkelijk wordt om door het centrum te rijden. De door Pb geconstateerde tegensteiling is derhalve niet aanwezig. 2. VROM-Inspectie (VI). (deze reactie is bijgevoegd) De VI stelt met name de vraag of noodzakelijke milieuactiviteiten wel realiseerbaar zijn binnen de huidige organisatie. Op zich kan deze vraag wel worden beantwoord, zij het in negatieve zin. In het kader van de afwikkeling van de reorganisatie zal een oplossing moeten worden gevonden voor de capaciteitsvraag die is verbonden aan de uitvoering van de milieutaken. Deels speelt dit aspect ook een rol binnen het proces "Professionalisering van de milieuhandhaving". Overigens wordt ons inziens onder hoofdstuk 5 "Organisatie" in voldoende mate aandacht besteed aan dit onderwerp en behoeft het plan hierop geen aanpassingen. Ook wijst de VI op de in haar ogen ontbrekende samenhang tussen beleidsplan, uitvoeringsprogramma en jaarverslag alsmede de vraag of de gemeente de (ontwerp-) begroting en de gemeenterekening heeft afgestemd op het plan en programma. Vastgesteld moet worden dat op deze aspecten onze gemeente onvoldoende scoorde in de zelfevaluatie binnen het proces "Professionalisering van de Handhaving". In het kader van dit proces zal hieraan dus in ieder geval al aandacht moeten worden besteed. In de definitieve tekst van het plan kan t.a.v. de afstemming met de begroting eventueel nog een tekstdeel worden toegevoegd b.v. "De in dit beleidsplan benoemde taken alsmede de in het uitvoeringsprogramma opgenomen activiteiten zullen een plaats krijgen in de cyclus van rekening en begroting". M.b.t. de gewenste samenhang tussen beleidsplan, uitvoeringsprogramma en milieujaarverslag stel ik voor eveneens een tekstdeel toe te voegen waarin wordt aangegeven "dat de gemeente zed zorgen voor de gewenste samenhang tussen de genoemde plannen en programma's". Verder wordt gewezen op het ontbreken van een concrete planning voor het opstellen van de in het plan aangekondigde notities. De gemeente kan hieraan wel invulling geven door deze planning nader mee te nemen in het nog op te stellen uitvoeringsprogramma. 3. WD-fractie. (deze reactie is bijgevoegd) De eerste vraag van de ffactie is of de "uitzondering van zware industrie" op het bedrijventerrein niet moet worden ondersteund door het noemen van een milieuklasse Dit moet worden verwerkt in het betreffende bestemmingsplan als uitwerking van dit beleidsvoornemen. Voorgesteld wordt in de tekst van het plan de volgende zin toe te voegen: "De bedrijvencategorieen die zich kunnen vestigen op de verschillende bedrijventerreinen zijn of worden vastgelegd in de bestemmigsplannen" De tweede vraag betreft de inventarisatie van knelpunten "wonen en werken" en de juridische status hiervan. Voorgesteld wordt om na de eerste alinea toe te voegen: "Er is sprake van een knelpunt als defuncties werken en wonen dicht tegen elkaar aan liggen en tengevolge hiervan sprake is van structurele overlast bij meerdere omwonenden. De knelpunten zullen jaarlijks worden gemventariseerd".

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2004 | | pagina 48