De voorzitter zegt op dit moment geen antwoord te kunnen geven met betrekking tot het ontwikkelen van een Groenbeheerplan. Het is overigens duidelijk dat een dergelijk plan qua opboicw en inhoud aan een bepaalde eisen zal moeten voldoen. Gewezen wordt op de tegenspraak die de geformuleerde doelstelling "Reduceren verkeersdruk centrum Stiens" lijkt te hebben met het recent gepresenteerde plan voor het centrum van Stiens. Men wijst daarbij met name op het geplande aantal parkeerplaatsen. Verder worden enige voorstellen gedaan tot het bieden van altematieven voor het autogebruik. Opgemerkt wordt dat het rapport niet rept over het autovrij maken van het centrum maar over reduceren van verkeersdruk. Hieracm zal een nadere invulling moeten worden gegeven. De vraag wordt gesteld of er plannen zijn om 30-kilometerzones ook fysiek hierop aan te passen. De voorzitter antwoordt dat dit niet in alle situaties het geval zal zijn. Plaatselijk Belang geeft hier aan dat de kermis (in Stiens) moet blijven. Ook deze opmerking kan als signaal worden meegenomen. Hier wordt geconstateerd dat het noemen van gebieden en de daarbij behorende waarden en doelen in feite niet thuishoren in een dergelijk algemeen beleidsstuk. De waarden en doelen die hier worden bedoeld moeten nog nader worden uitgewerkt. Een dergelijke uitwerking hoort niet in een algemeen beleidsplan thuis. Als voorbeeld zullen geluidsnormen voor ondermeer Middelsee worden neergelegu in de nog op te stellen Geluidnota voor de gehele gemeente, die als invulling een gebiedsgerichte aanpak zal krijgen. Men vraagt om een nadere onderbouwmg van net oegrip 'compact bouwen" alsmede om een nadere uitleg over het beperken van visuele hinder. Deze opmerking heeft een relatie met hetgeen onder 2 wordt aangegeven. Ook hier wordt een nadere uitleg gevraagd over gehanteerde begrippen. Hier is eveneens sprake van een relatie met hetgeen onder 2 wordt aangegeven. Verder wordt gevraagd of er een vergelijking kan plaatsvinden tussen de hinder die wordt ondervonden van het verkeer van en naar het plan "ZPC-Noarderfjild" en de bevoorrading van de winkels in het centrum van Stiens. Deze vergelijking gaat deels op (verkeersstromen) maar deels ook niet (overige hinder van b.v. laden en lossen). Voor de "ZPC-Noarderfjild" betreft het de verkeersdruk op de aan-afvoerroute. Hier wordt een opmerking gemaakt over het gebruik van het begrip "behoud". Verder wordt gevraagd wat de middelen van handhaving zijn voor het bestrijden van "onacceptabele overlast van zwerfvuil". Ook hier wordt gewezen op de relatie met hetgeen onder punt 2 is gesteld. De vraag wordt gesteld of niet juist het buitengebied bij uitstek geschikt is om naar de toekomst toe te streven naar versterking van natuurwaarden, hierbij gebruik makend van

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2004 | | pagina 56