PROGRAMMA 01BESTUUR
Naar aanleiding van het eerste programma vraagt de raad het College het
navolgende te onderzoeken en of in uitvoering te brengen.
1. De reqio als uitqanqspunt
Leeuwarderadeel met als centrumplaats Stiens is de natuurlijke centrumplaats
voor de regio noord-friesland.
Het ontwikkelen van een duidelijke regiovisie waarin de gemeente Leeuwarderadeel
gepositioneerd wordt als centrumplaats met een daarbij behorend dfensteneconomie.
Doelgebied van deze diensteneconomie is Noord^Friesland.
Het college wordt gevraagd zich in te spannen optimaal te profiteren van de tendens
diensten te centraliseren. Door ligging en voprzieningenniveau4s Leeuwarderadeel
met Stiens als centrumplaats bij uitstekfjeschlkt om deze regibfunctie te faciliteren.
De raad vraagt het College initiatieVqn te nemen om stimulerend en motiverend te
zijn met betrekking tot geschetste tehdensen. Het aantrekken en Taciliteren van
gecentraliseerde diensten behoort in de optiek van de raad tot de kerntaken van het
College. s
x' J
In de perceptie van de raad is een gbed voprzieningenniveau essentieel voor de
leefbaarheid binrfen de ge neerite. Er dienf een adequaat aanbod te zijn van publieks
diensten (gemeente,^spor^zorg,jseiMcediensten voor woningen, veiligheid etc) en
commerciele dienstverjening (winkels, horeca, servicebedrijven etc), de raad draagt
het College op hierover een integrale visie te ontwikkelen en deze voortvarend uit
voeren..
J
1. Kwaliteit en dienstverleninq
Blijvend investeren in de kwaliteit en de bereikbaarheid van de dienstverlening
en waar mogelijk hiervoor aanvullend producten en diensten te ontwikkelen en
deze bekend en bereikbaar te maken voor burgers en bedrijven van onze
gemeente.
Onder kwaliteit wordt hier verstaan die informatie beschikbaar hebben voor de
bevolking waarbij de uiteenlopende wensen, verlangens en behoeften diezelfde
bevolking bevredigd kan worden. Ook de tijdigheid waarop de informatie beschikbaar
is en de wijze waarop de informatie beschikbaar wordt gesteld zijn hierbij van belang.
Internet speelt hierin een belangrijke rol. De raad dringt erop het gebruik van internet
als informatiedistributeur te intensiveren en de interactieve communicatie met de
burger optimaal te benutten. Het steeds grotere arsenaal aan informatie dient op een
effectieve wijze 'doorgecommuniceerd' te worden aan de burger. Het betreft hier
uiteraard wel voor burgers relevante informatie gelieerd aan de overheidstaak..
Hierbij kan gedacht worden aan het raadplegen van meningen die leven binnen de
bevolking en het afhandelen cq aanvragen van zaken. De raad vraagt het college
van burgemeester en wethouders het gebruik van het internet ten behoeve van de
Ji