Het voorstel aan de voormalige raadscommissie II begint met de zin "Een aantal maanden geleden hebben wij ons voor een "Gemeentelijk accommodatiebeleid" uitgesproken". Dat is een typisch monistische zin omdat het college daarmee aangeeft het kader te stellen. Dat de raad zijn verantwoordelijkheid al bij de kredietaanvraag in januari 2002 wilde nemen, terwijl de Wet dualisering gemeentebestuur eerst op 7 maart 2002 in werking zou treden, blijkt uit de notulen van het raadsverslag. Er valt met zoveel woorden te lezen dat de raad wil nadenken over wat hij beleidsmatig wil met de accommodaties en dat het uit te voeren onderzoek in dat verband inventariserend van aard is. Anderzijds is het ook een realiteit dat beleid wel uitvoerbaar moet zijn in sferen van feitelijk bestuur. En de verantwoordelijkheid voor het bestuur ligt in het duale systeem in principe bij het college. M.a.w. het college zal zich vanuit het oogpunt van praktisch bestuur moeten kunnen vinden in een nieuw beleidskader, waarbij ook middelen en formatie kembegrippen zijn. Gezien de nieuwe verhoudingen en gelet op de periode van overgang van een monistisch naar een duaal systeem, beschouwen wij de besluitvorming tot nu toe als een impliciete opdracht van de gemeenteraad aan ons college om gestalte te geven aan accommodatiebeleid. Wat nu voor ligt is niet enkel bedoeld als een vrijblijvende rapportage over de voortgang. Accordering ervan betekend dat ook uw (raads)commissie instemt met de ingeslagen weg en, zeker vooralsnog de consequenties die dat op termijn zal hebben. Bij de totstandkoming van dit beleid zal het verenigingsleven zich in ruime mate betrokken weten. Ook hier moet even bij worden stilgestaan. De gemeente Leeuwarderadeel afficheert en profileert zich als een gemeente waarin het goed leven en wonen is. De vele, bloeiende verenigingen worden in dat verband altijd genoemd en geroemd. Daarbij dienen we ons goed te realiseren dat het altijd gaat om vrijwilligers die via bestuur en andere inzet mede him steentje bijdragen aan het gezicht van de gemeente waar we met z'n alien zo trots op zijn en dat we minimaal willen behouden. Ook moeten we ons realiseren dat er verschil zit in omvang en professionaliteit van verenigingen. Er zijn verenigingen die hun doelen kunnen verwezenlijken in een klimaat van minimale geld- en andere zorgen. Maar er zijn ook verenigingen die dat moeten doen in een volstrekt professioneel klimaat. Denk daarbij aan werkgeverschap, beheer van geld en goederen, onroerend goed, etc. Onderzoek inventarisatie accommodatiebeleid. Van de Thorbecke Academie (opleiding voor bestuurskunde en overheidsmanagement) in Leeuwarden is het onderzoeksrapport over het gemeentelijk accommodatiebeleid op 4 februari 2003 ontvangen. In november 2001 werd aan de Thorbecke Academie hiertoe de opdracht verstrekt. Dat de uiteindelijke uitwerking van de opdracht vervolgens een jaar heeft geduurd werd veroorzaakt door: *de complexheid van de materie (een diversiteit aan accommodaties, overeenkomsten, afspraken e.d.); en *het gegeven dat er gedurende het proces toch telkens weer aanvullingen op het onder zoek nodig bleken. Maar thans ligt het eindresultaat er en dit lijkt er goed uit te zien. Tijdens de afrondende gesprekken met de Thorbecke Academie, waarbij ook de portefeuillehouder aanwezig was, is al gebleken dat het onderzoek voldoende informatie en gegevens bevat om als basis voor een (uniform) gemeentelijk accommodatiebeleid te kunnen dienen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2004 | | pagina 34