aanmerking komen voor de gehuwdennorm als genoemd in artikel 21
onderdeel c. van de wet;
e. kind:
het in Nederland woonachtige eigen kind of stiefkind;
f. ten laste komend kind:
het kind, jonger dan 18 jaar, voor wie de alleenstaande ouder of de gehuwde
aanspraak op kinderbijslag kan maken;
g.belanghebbende:
de persoon die ingevolge de Algemene wet bestuursrecht als belanghebbende
wordt aangemerkt;
h. woning:
een woning, woonwagen en een woonschip;
i. woonkosten:
1. indien een huurwoning wordt bewoond, de op de aanvangsdatum van het
lopende huursubsidietijdvak per maand geldende huurprijs als bedoeld in de
Huursubsidiewet;
2. indien een eigen woning wordt bewoond, de tot een bedrag per maand
omgerekende som van de ten behoeve van de financiering van de
woning verschuldigde hypotheekrente en de in verband met het in
eigendom hebben van de woning te betalen zakelijke lasten, waarbij
onder zakelijke lasten worden verstaan: het eigenaarsaandeel van de
onroerende-zaakbelasting, de opstalverzekering en het
eigenaaraandeel van de waterschapslasten, de kosten voor groot
onderhoud en c.v.-onderhoud;
j. netto minimumloon:
het minimumloon per maand, genoemd in artikel 8, eerste lid,
onderdeel a, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag
waarop een werknemer op grond van artikel 15 van die wet over dat
minimumloon ten minste aanspraak kan maken, na aftrek van de
daarvan in te houden loonbelasting, premies volksverzekeringen,
premies werknemersverzekeringen en het werknemersaandeel
ziekenfondspremie; de loonbelasting en premies volksverzekeringen
worden berekend overeenkomstig de bepalingen in artikel 55, tweede
lid, van de wet;
Als gehuwd of als echtgenoot wordt mede aangemerkt de ongehuwde die
met een ander een gezamenlijke huishouding voert, tenzij het betreft een
bloedverwant in de eerste graad, of een bloedverwant in de tweede graad
indien er bij een van de bloedverwanten in de tweede graad sprake is van
zorgbehoefte;
Als ongehuwd wordt mede aangemerkt degene die duurzaam gescheiden
leeft n de persoon met wie hij gehuwd is;
Van een gezamenlijke huishouding is sprake indien twee personen hun
hoofdverblijf in dezelfde woning hebben en zij blijk geven zorg te dragen voor
Pag. 6 van 10