Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs Leeuwarderadeel 2005Artikelsgewijze toelichting
5° Toekenning van terrein voor de realisering van de bouw of uitbreiding van een onderwijsge-
bouw is geen automatisme zoals voor de decentralisatie in het primair onderwijs het geval was.
Een toekenning van terrein vindt nu alleen nog maar plaats wanneer de grond nodig is voor de
feitelijke realisering van de huisvestingsvoorziening.
°/7° Het onderscheid tussen onderwijsleerpakket en meubilair is gemaakt om bij een
uitbreiding op basis van de toepassing van het 'schoolgewicht' in het basisonderwijs alleen de
voorziening OLP te hoeven toekennen. De handelwijze om bij fusies uit te gaan van de inbreng
van het bestaande meubilair en onderwijsleerpakket in de gefuseerde school betekent een ver-
scherping ten opzichte van het huidige toekenningsbeleid, maar is in het kader van het bereiken
van efficiency en het leveren van maatwerk op lokaal niveau te rechtvaardigen.
8° Medegebruik beperkt zich in principe tot gebouwen die reeds in gebruik zijn bij primair onder
wijs. Onder medegebruik valt tevens het gebruik van een gymnastiekaccommodatie die niet in
eigendom is van een school (bijvoorbeeld medegebruik in een gemeentelijke accommodatie).
De genoemde schoolsoorten in het (v)so betreffende de volgende. Voor een bad voor bewe-
gingstherapie: een school voor lichamelijk gehandicapte kinderemof meervoudig gehandicapte
kinderen met een lichamelijke handicap. Voor een bad voor watergewenning: een school voor
zeer moeilijk lerende kinderen of meervoudig gehandicapte kinderen.
Ad b en c
In bijlage I van de verordening zijn ter verduidelijking de overzichten, die ook onderdeel vormen
van de toelichting op de wet, overgenomen. In deze overzichten is aangegeven welke onderhouds-
activiteiten voor het primair onderwijs (overzicht 1-1) in beginsel voor rekening van de gemeente
kunnen worden gebracht. Daamaast is in bijlage I verder inhoud gegeven aan de voor de invoering
van de decentralisatie in het primair onderwijs gehanteerde begrippen 'partiele en algehele aanpas-
sing'. Hiermee is in bijlage I de concrete inhoud van de begrippen aanpassing en onderhoud aange
geven.
Add
Voor het begrip constructiefouten is een 'definitie' geformuleerd, gebaseerd op de in het verleden
hierover gevormde jurisprudentie. Als een constructiefout een directe belemmering vormt voor de
voortgang, kan het herstel van de fout op grond van de spoedprocedure (artikel 19 e.v.) worden
aangevraagd. Kan het herstel van de fout wel uitstel dulden dan is de mogelijkheid tot het aanvra-
gen van plaatsing van een voorziening op het programma de meeste geeigende procedure. In dat
laatste geval zijn de gewone urgentiecriteria alsmede de financiele weigeringsgrond van toepassing.
Ade
De bijzondere omstandigheden zoals genoemd in de wet zijn in de verordening niet nader uitge-
werkt, aangezien dergelijke omstandigheden zich niet uitputtend laten beschrijven. Wel is in de wet
bepaald dat de gemeente een huisvestingsvoorziening kan weigeren indien de voorziening nodig is
voor herstel van schade die is veroorzaakt door schuld of toedoen van het bevoegd gezag (zie bij
voorbeeld artikel 100, tweede lid WPO).
De aanduiding in de wet dat herstel en vervanging in verband met schade aan een gebouw geldt als
een huisvestingsvoorziening betekent dat de beoordeling van deze voorziening dient te verlopen via
de reguliere procedure van het programma of via de spoedprocedure. De reguliere procedure is ech-
ter niet altijd geschikt voor de afhandeling van dergelijke aanvragen. Het herstel van schade is
meestal spoedeisend. Daarbij komt dat zeker voor de kleine schadegevallen (bijvoorbeeld glasscha-
de) de regulier procedure te zwaar en te omslachtig is.
Dit pleit ervoor om in ieder geval de kleinere schaden door het college te laten afwikkelen in het
kader van de spoedprocedure. Er wordt nog bezien of voor de afwikkeling van dergelijke schaden
een lichtere procedure kan worden getroffen. Hierbij wordt aansluiting gezocht bij de praktijk zoals
die zich heeft ontwikkeld in het voortgezet onderwijs in relatie tot het collectief verzekeringscon-
aanpassingen tot en met VNG-ledenbrief (Lbr.02/104) 16 augustus 2002
-TV 4-