Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs Leeuwarderadeel 2005 Artikelsgewijze toelichting Lid 4 Het college voert overleg met het bevoegd gezag over de uitkomsten van de staat van onderhoud. Het bevoegd gezag kan dan aangeven of men het daar wel of niet mee eens is. Als er achterstallig onderhoud is geconstateerd, geeft het bevoegd gezag in het overleg aan of het bereid is dit alsnog uit te voeren. Er kan ook overeengekomen worden dat het bedrag dat gemoeid is met het achterstal lig onderhoud wordt betaald aan de gemeente. Indien partijen geen overeenstemming bereiken, bespreken ze hoe de vervolgprocedure zal zijn. Er kan bijvoorbeeld arbitrage overeengekomen worden, waarbij beide partijen afspreken zich te zullen neerleggen bij de uitkomst daarvan. Het college kan zich ook wenden tot de burgerlijke rechter, op grond van het feit dat het bevoegd gezag een onrechtmatige daad heefit gepleegd door zich niet te houden aan de wettelijke opdracht om een gebouw behoorlijk te gebruiken of te onderhouden. Gelet op de kosten en de moeite die dergelijke procedures voor beide partijen met zich meebrengen, verdient het veruit de voorkeur in gezamenlijk overleg een oplossing te bereiken. Deze bepaling is opgenomen voor de situatie dat er weliswaar een vermoeden over achterstallig onderhoud bestaat, maar er geen reden is om dit nog te laten uitvoeren. Daarvan is bijvoorbeeld sprake als het gebouw gesloopt wordt. Artikelen 38 en 39 Gebruik en vergoeding gymnastiekruimte primair onderwijs In de artikelen 38 en 39 zijn het gebruik van en de vergoeding voor gymnastiekruimten voor het primair onderwijs nader geregeld. De verlegging per 1 januari 1997 van de geldstroom 'materiele instandhouding gymnastiek' voor het primair onderwijs naar de gemeenten via het Gemeentefonds leidt tot de opdracht aan de ge- meenteraad om na overleg met de schoolbesturen voor het onderwijs in lichamelijke opvoeding het aantal klokuren vast te stellen dat ten hoogste per groep leerlingen voor vergoeding in aanmerking komt. Deze wettelijke opdracht is nader uitgewerkt in artikel 38. Aangezien de gemeente belast is met de bepaling van de omvang en de vergoeding van het onder- wijsgebruik van gymnastiekruimten en - landelijk bezien - het overgrote deel van de gymnastiek ruimten door of vanwege de gemeente worden beheerd, ligt het voor de hand dat de gemeente een coordinerende rol vervult bij de toedeling van dit gebruik. Dit is verder uitgewerkt in artikel 39. Lid 5 aanpassingen tot en met VNG-ledenbrief (Lbr.02/104) 16 augustus 2002 -TV 29 -

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2004 | | pagina 133