Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs Leeuwarderadeel 2005
Artikelsgewijze toelichting
Artikel 38 Omvang en vergoeding gebruik
Lid 1
In het systeem in het primair onderwijs van voor de invoering van de decentralisatie werden de ca-
paciteit en het gebruik van gymnastiekaccommodaties uitgedrukt in een aantal klokuren onderwijs-
gebruik. In lid 1 is ervoor gekozen deze systematiek ook na 1 januari 1997 te handhaven. Hiermee
wordt voorkomen dat een onnodige breuk optreedt in de van overheidswege bekostigde omvang
van het onderwijsgebruik van gymnastiekruimten.
De voor de bepaling van het aantal klokuren gymnastiek per schoolweek al voor het basisonderwijs
en (voorgezet) speciaal onderwijs in het recente verleden ontwikkelde en toegepaste rekenregels
zijn dan ook overgenomen in de verordening.
Hiertoe is in het eerste lid bepaald dat de gemeente voor het basisonderwijs ten hoogste 1,5 klokuur
gymnastiek per bovenbouwgroep bekostigt; voor het (voortgezet) speciaal onderwijs is dit ten
hoogste 2.25 klokuur per bovenbouwgroep. In een specifiek geval is het in het (voortgezet) speciaal
onderwijs mogelijk om voor een groep leerlingen jonger dan zes jaar een vergoeding te verkrijgen
voor het gebruik van een gymnastiekruimte voor ten hoogste 3.75 klokuren per week. Deze moge-
lijkheid was al verankerd in de bekostigingsregels zoals deze golden voor 1 januari 1997. De formu-
lering 'ten hoogste' betekent dat de gemeente ook minder klokuren kan bekostigen wanneer op ba
sis van het activiteitenplan van de school het gebruik van de gymnastiekruimte onder dit niveau ligt.
De formulering sluit tevens uit dat het gebruik boven deze norm voor bekostiging van gemeentewe-
ge in aanmerking komt.
De wijze waarop het aantal groepen, waarvan de omvang van het gebruik wordt afgeleid, vastge-
steld wordt, is neergelegd in bijlage III, deel B. Voor het basisonderwijs wordt hi ervoor verwezen
naar paragraaf 1.2; voor het (voortgezet) speciaal onderwijs naar paragraaf 2.2.).
Leden 2 en 3
Hierin wordt de hoogte en wijze van vergoeding geregeld voor het gebruik door het primair onder
wijs van gymnastiekruimten die in eigendom zijn van een schoolbestuur van een niet door de ge
meente in stand gehouden school. Anders dan voor de gymnastiekruimten die door of vanwege de
gemeente beschikbaar zijn voor het onderwijsgebruik, dient in dit geval een vergoeding aan het
schoolbestuur te worden verstrekt.
Een school voor primair onderwijs welke een gemeentelijke accommodatie gebruikt als gymnastie
kruimte krijgt hiervoor geen vergoeding. De gemeente bekostigt immers tot aan het genoemde
maximum in lid 1 zelf de exploitatie van dit gebruik. Wanneer een schoolbestuur, niet zijnde de
gemeente, eigenaar is van de accommodatie dan dient dit wel een vergoeding te ontvangen teneinde
de kosten van het onderwijsgebruik te kunnen dekken.
Artikel 39 Mutaties aantal klokuren binnen beschikbare capaciteit; inroostering gebruik
Het gebruik door het primair onderwijs van gymnastiekruimten vindt meestal plaats in gemeentelij
ke accommodaties. Formeel beschouwd gaat het daarbij doorgaans om situaties van medegebruik
en daarmee om een voorziening in de huisvesting als bedoeld in artikel 2 van de verordening.
Aangezien de omvang van dit medegebruik, uitgedrukt in het aantal klokuren, jaarlijks kan fluctue-
ren door de veranderingen in het aantal leerlingen van een school, zou dat jaarlijks kunnen leiden
tot aanvragen in het kader van het programma, dan wel spoedprocedure.
Beide procedures zijn te zwaar en te omslachtig om jaarlijkse mutaties in het gebruik van gymnas
tiekaccommodaties aan te vragen. Dit geldt voor die mutaties die binnen de bestaande capaciteit
kunnen worden opgevangen en dus niet leiden tot een uitbreiding of nieuwbouw van gymnastiek
ruimten. Zeker wanneer daarbij wordt bedacht dat de gemeente ingevolge de wet en artikel 38 ge
houden is tot bekostiging van het genormeerde gymnastiekgebruik.
aanpassingen tot en met VNG-ledenbrief (Lbr.02/104) 16 augustus 2002
- TV 30 -