Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs Leeuwarderadeel 2005 Bijlage II Bijlage H Criteria voor opstelling en toetsing van leerlingprognoses De prognose van het aantal te verwachten leerlingen van de school als bedoeld in artikel 7, tweede lid onder a, artikel 20, eerste lid onder c, en artikel 25, derde lid onderf, wordt gemaakt voor een periode van ten minste vijftien jar en te starten met het gewenste jaar van bekostiging. In bijlage I is voor de voorzieningen aanpassing en onderhoud aangegeven van welke prognosetermijn moet worden uitgegaan. Leidraad hierbij is geweest dat voor (meer) ingrijpende voorzieningen een lange termijnprognose vereist is, terwijl voor voorzieningen met minder financieel gevolg die noodzakelijk zijn om het gebouw te kunnen blijven gebruiken, volstaan kan worden met een korte-termijnprognose. De prognose geeft per jaar inzicht in het aantal te verwachten leerlingen van de school of nevenvestiging door in elk geval rekening te houden met: a het voedingsgebied of de voedingsgebieden; b de aanwezige bevolking, verdeeld in relevante leeftijdsgroepen; c de woningvoorraad en wijzigingen daarin inclusief een eventuele uitbreiding van het voedingsgebied; d de veranderingen in de onderscheiden leeftijdsgroepen van de bevolking als gevolg van migratie, sterfte en geboorte; e de veranderingen in de bevolking als gevolg van wijzigingen in de woningvoorraad; f de verdeling van de leerlingen als gevolg van de belangstelling voor de school en g het onderwijs dat wordt gegeven. De prognose is niet meer dan twee jaar oud. De prognose omvat in elk geval de bovenstaande gegevens a t/m g voor een periode van 6 jaar (de analyseperiode) met als laatste jaar het jaar voorafgaand aan de indiening van de aanvraag. Het voedingsgebied van de school omvat het gebied waaruit het overgrote deel van de leerlingen afkomstig is (of bij nieuwbouwwijken: zal zijn). Voor een basisschool wordt bij de prognose in ieder geval een beschrijving geleverd van het voedingsgebied op wijkniveau. Bij aanlevering van een prognose dienen de relevante gegevens en berekeningen over de analyse- en prognoseperiode op papier te zijn afgedrukt. Bij deze levering worden in elk geval de gebruikte programmatuur en aannames/assumpties met betrekking tot het gestelde onder d tot en met g, waarop de prognose is gebaseerd, aangegeven en onderbouwd. Het college is bevoegd onderscheiden naar onderwijssoort nadere regels te stellen betreffende de criteria waaraan een prognose moet voldoen. Voorafgaand aan de vaststelling door het college vormen de nadere regels onderwerp van overleg aangaande het lokaal onderwijsbeleid als bedoeld in artikel 2, tweede lid onder b van de Verordening overleg lokaal onderwijsbeleid gemeente Leeuwarderadeel. incl. aanpassingen VNG ledenbrief (Lbr.02/104) van 16 augustus 2002 -BII 1-

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2004 | | pagina 150