Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs Leeuwarderadeel 2005 Toelichting Bijlage III ruimtebehoefte door de groepsgrootteverkleining). Overigens betekent een verlaging van de capaciteit wel dat de school eerder in aanmerking kan komen voor een uitbreiding bij even- tuele groei van het aantal leerlingen, of te maken krijgt met een eventuele verwijzing naar leegstaande lokalen elders. De capaciteit kan ook verminderd worden als gevolg van de aanpassing van het gebouw aan de onderwijskundige vernieuwingen. Indien een schoolbestuur kiest voor inpandige aanpas sing, zal dit ten koste (kunnen) gaan van het aantal leslokalen. De capaciteit zal dan naar beneden moeten worden bijgesteld. Rangordebepaling Indien de school beschikt over meerdere gebouwen, een hoofdgebouw en dislocaties, wordt een rangorde vastgesteld voor het geval dat het leerlingaantal terugloopt, en als gevolg daar- van moet worden bepaald of en zo ja, welke gebouwen kunnen worden afgestoten. Het hoofdgebouw heeft vanzelfsprekend het laagste nummer: wordt dus aft laatste afgestoten. De dislocaties die een permanente bouwaard hebben, worden later afgestoten dan dislocaties met een tijdelijke bouwaard. Vervolgens hebben de kleinste gebouwen het hoogste rangsnummer, omdat deze gebouwen eerder zullen kunnen worden afgestoten dan grotere gebouwen. De rangorde is nu bij het ministerie van OCen W vastgesteld en wordt als zodanig overgenomen. Er zijn redenen denkbaar om voor een andere rangorde te kiezen. Bijvoorbeeld om een kleine- re dislocatie kan structured voldoende huisvesting bieden en door de rangorde aan te passen kan de grotere dislocatie worden afgestoten. In een dergelijk geval stelt het college, na over- leg met het bevoegd gezag, een andere volgorde van de dislocaties vast. Terrein De terreinoppervlakte in het basisonderwijs wordt voor de eerste keer geregistreerd. De ter- reinoppervlakte is gelijk aan de grootte in de kadastrale registratie van het Kadaster. Indien de kadastrale perceelgrenzen niet overeenkomen met de grenzen van het schoolterrein, of wat soms bij het openbaar onderwijs het geval is als de terreinoppervlakte van het openbaar groen en andere openbare gebouwen te zamen met het schoolterrein als een geheel is geregistreerd, dan wordt het met overheidsmiddelen bekostigde deel van de terreinoppervlakte vastgelegd. Naar de administratie van het ministerie van OCen W kan niet meer worden verwezen, aan- gezien deze administratie met de decentralisatie van de onderwijshuisvesting niet meer actu- eel is. Inventaris De hoeveelheid inventaris die is verstrekt is van belang voor het moment dat uitbreiding hier- van wordt gevraagd. Er wordt van uitgegaan dat een inventaris is verstrekt voor het aantal groepen waarvoor het schooljaar 1996/1997 huisvesting zou kunnen worden gevraagd. Vast- staat dat voor dit aantal groepen ook een onderwijsleerpakket en meubilair aangevraagd had kunnen worden op basis van de oktobertelling 1995 of op basis van de buitenreguliere telling augustus 1996. Op deze aanvragen is nog door het ministerie van OCen W beslist. Het kan zijn dat in het verleden voor meer groepen onderwijsleerpakket en meubilair is verstrekt dan het aantal groepen waarvoor voor het schooljaar 1996/1997 huisvesting kan worden gevraagd. De gemeente kan dit aantonen aan de hand van de hiertoe afgegeven beschikkingen door het ministerie van OCen W. In een aantal gevallen heeft het college, zonder een goedkeurende beschikking van OCenW, zelf gezorgd voor de uitbreiding van het onderwijsleerpakket en incl. aanpassingen VNG ledenbrief nr. lbr.02/104 d.d. 16 augustus 2002 -Toelichting Bill 3 -

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2004 | | pagina 192