Artikel 3. Berekeningsgrondslag
1De afstemming wordt toegepast op de van toepassing zijnde bijstandsnorm.
2. In afwijking van het eerste lid kan de afstemming ook worden toegepast op de
bijzondere bijstand of de langdurigheidstoeslag indien:
a. aan belanghebbende bijzondere bijstand wordt verleend met toepassing
van artikel 12 van de wet; of
b. de verwijtbare gedraging van belanghebbende, in relatie met zijn recht op
bijzondere bijstand of de langdurigheidstoeslag, daartoe aanleiding geeft.
Artikel 4. Horen van belanghebbende
1Voordat afstemming plaats vindt, wordt de belanghebbende in de gelegenheid
gesteld zijn zienswijze schriftelijk dan wel mondeling naar voren te brengen.
2. Het horen van belanghebbende kan achterwege worden gdlaten indien:
a. de vereiste spoed zich daartegen verzet;
b. de belanghebbende reeds eerder in de gelegenheid is gesteld zijn
zienswijze naar voren te brengen en zich sindsdien geen nieuwe feiten of
omstandigheden hebben voorgedaan;
c. de belanghebbende niet heeft voldaan aan een verzoek van het college of
van een derde aan wie het college met toepassing van artikel 7 van de wet
werkzaamheden in het kader van de wet heeft uitbesteed, om binnen een
gestelde termijn inlichtingen te verstrekken als bedoeld in artikel 17 van de
wet; of
d. het college het horen niet nodig acht voor het vaststellen van de ernst van
de gedraging of de mate van verwijtbaarheid.
Artikel 5. Het besluit tot afstemming
In het besluit tot afstemming wordt in ieder geval vermeld:
de aanleiding tot afstemming;
indien van toepassing de zienswijze van belanghebbende en ons standpunt
hierop;
de reden van de afstemming;
de duur van de afstemming;
het percentage en bedrag waarmee de bijstand of langdurigheidstoeslag wordt
afgestemd; en
indien van toepassing, de reden om af te wijken van een standaardafstemming.
3
Verordening afstemming o.g.v. art. 18 tweede lid Wwb