Artikel 6. Afzien van afstemming 1Het college ziet af van afstemming indien: a. elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt; of b. de gedraging meer dan een jaar, voor constatering van die gedraging door het college heeft plaatsgevonden, tenzij de gedraging een schending van de inlichtingenplicht inhoudt en als gevolg van die gedraging ten onrechte bijstand is verleend; c. een afstemming wegens schending van de inlichtingenplicht vindt niet plaats na verloop van vijf jaar nadat de betreffende gedraging heeft plaatsgevonden. 2. Het college kan afzien van een afstemming, indien het daarvoor dringende redenen aanwezig acht. 3. Indien het college afziet van afstemming op grand van dringende redenen, wordt de belanghebbende daarvan schriftelijk mededeling gedaan. Artikel 7. Ingangsdatum en tijdvak 1De afstemming vindt plaats met ingang van de eerst volgende kalendermaand volgend op de datum waarop het besluit tot afstemming aan de belanghebbende is bekendgemaakt. Daarbij wordt uitgegaan van de voor die maand geldende bijstandsnorm. 2. De afstemming vindt over een bepaalde tijd plaats. De afstemming die voor een langere periode dan drie maanden plaatsvindt, wordt binnen drie maanden nadat deze ten uitvoer is gelegd heroverwogen. Artikel 8. Samenloop van gedragingen Indien een belanghebbende zich schuldig maakt aan een gedraging die verschillende verplichtingen schendt als genoemd in artikel 2, eerste lid, van deze afdeling, wordt voor het bepalen van de hoogte en duur van de afstemming, uitgegaan van die gedraging waarvoor de zwaarste afstemming is vastgesteld. Artikel 9. Recidive Het percentage van de afstemming wordt verdubbeld, indien de belanghebbende zich binnen twaalf maanden na bekendmaking van het besluit, waarbij de laatste afstemming heeft plaatsgevonden op grand van artikel 18 tweede lid of artikel 36, 6e lid van wet, opnieuw schuldig maakt aan een verwijtbare gedraging van eenzelfde of hogere/ernstiger gedraging. Met een besluit waarmee een afstemming heeft plaatsgevonden wordt gelijkgesteld een besluit om daarvan af te zien op grand van dringende redenen, bedoeld in artikel 6, tweede lid. Wanneer de afstemmingspercentage 100% is, wordt de duur verdubbeld. 4 Verordening afstemming o.g.v. art. 18 tweede lid Wwb

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2004 | | pagina 20