afstemming dienen door belanghebbende (en zijn/haar gezinsleden) te worden gedragen en behoort tot zijn eigen verantwoordelijkheid. In het rapport en besluit wordt verwoord de redelijkheid tot continuering van de afstemming worden verwoord. Artikel 8. Samenloop van gedragingen Indien er sprake is van een gedraging, waarbij sprake is van schending van meerdere verplich-tingen, dient de bijstand of langdurigheidstoeslag afgestemd te worden, uitgaande van de schending van die verplichting waarvoor de zwaarste afstemming geldt. Indien daarentegen sprake is van samenloop van verschillende gedragingen, die (min of meer) gelijktijdig plaatsvinden, waarbij verschillende verplichtingen worden geschonden, die genoemd staan in artikel 2 eerste lid van deze verordening, dient voor elke gedraging afstemming plaats te vinden. Artikel 9. Recidive Indien binnen twaalf maanden na bekendmaking van het afstemmingsbesluit van een eerdere verwijtbare gedraging, er opnieuw sprake is van een verwijtbare gedraging, wordt voor deze herhaalde gedraging vindt opnieuw afstemming plaats. De mate van verwijtbaarheid wordt dan tot uitdrukking gebracht in een verdubbeling van het percentage. Met een eerdere verwijtbare gedraging wordt ook bedoeld die gedraging die wegens dringende redenen niet is geeffectueerd dan wel is omgezet tot een waarschuwing. Het spreekt voor zich dat indien er een afstemming van 100% heeft plaatsgevonden er geen verdubbeling van het percentage meer kan plaatsvinden. In een dergelijke situaties dient te worden over gegaan met het verdubbelen van de duur. Artikel 10. Indeling in categorieen De gedragingen die verband houden met het niet of onvoldoende medewerking verlenen aan uit de wet voortvloeiende verplichtingen of het verkrijgen of behouden van algemeen geaccepteerde arbeid, worden in vier categorieen onderscheiden. Hierbij is de ernst van de gedraging het onderscheidend criterium. Een gedraging wordt ernstiger geacht naarmate de gedraging concretere gevolgen heeft voor het niet verkrijgen of behouden van betaalde arbeid. Eerste lid De eerste categorie, onderdeel a, betreft de verplichting om zich als werkzoekende in te schrijven bij het CWI en ingeschreven te doen blijven. Onderdeel b betreft de verplichting om het (sociaal) activeringsplan, het trajectplan, te onder-tekenen. Dit wordt als bijlage bij het besluit tot toekenning of voortzetting van de bijstand meegestuurd. Tweede lid De tweede categorie, onderdeel a en b, betreft de verplichting tot een actieve opstelling op de arbeidsmarkt in de ruime zin. Naast het voldoen aan oproepen, i.v.m. inschakeling naar arbeid, om op een aangegeven plaats en tijd te verschijnen, gaat het hierbij ook om activiteiten van de uitkeringsgerechtigde zelf, gericht op een zo snel mogelijke inschakeling in het arbeidsproces, zoals voldoende solliciteren op eigen initiatief naar algemeen geaccepteerde arbeid. Onder deze categorie wordt

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2004 | | pagina 29