cultuurhistorische waarde van een (aan te wijzen) gemeentelijk monument beter inzichtelijk
gemaalct.
Artikel 3 t/m 15 (gemeentelijke monumenten)
In de huidige monumentenverordening betreft het de artikelen 3 t/m 10. Tekstueel en qua vol-
gorde zijn er belangrijke verschillen op te merken. Nieuwe elementen betreffen:
artikel 3, sub 3: hierin wordt ons college de mogelijkheid gegeven een bouwhistorisch te
eisen voorafgaand aan de aanwijzing van een gemeentelijk monument.
Artikel 3, sub 5: rijksmonumenten kunnen niet aangewezen worden als gemeentelijk mo
nument. Toegevoegd is dat provinciale monumenten eveneens geen gemeentelijk monu
ment kunnen zijn.
Artikel 4: de tennijn voor de aanwijzingsprocedure zijn aangepast. De monumentencom-
missie heeft 8 weken de tijd om te adviseren en ons college moet binnen 12 weken (was 8
weken) na ontvangst van dit advies een besluit nemen.
Artikel 11: de vergunningaanvraag voor een gemeentelijk monument wordt niet langer
conform afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht behandeld. Ditxbetekent dat de aan-
vraag niet langer voor 4 weken ter inzage wordt gelegd. Aangezien voor een wijziging aan
een gemeentelijke monument in vrijwel alle gevallen een bouwvergunning vereist is zijn
de rechtsbeschermingsmiddelen van derden, in zoverre relevant, geborgd.
Artikel 11, sub 6: de vergunning wordt pas na 6 weken na bekendmaking van kracht. Dit
sluit aan bij de termijnen uit de Algemene wet bestuursrecht.
Artikel 14: monumentenvergunningen voor gemeentelijke monumenten worden, in tegen-
stelling tot de huidige monumentenverordening, bijgeschreven in het gemeentelijke mo-
numentenregister.
Artikel 18 (subsidie)
Op dit moment heeft onze gemeente nog geen subsidiestelsel voor het (mede)subsidieren van
rijks-, provinciale of gemeentelijke monumenten. Dit sluit niet uit dat hiervoor in de toekomst
wel zal geschieden. Om in dat geval een logische nummering van de monumentenverordening
te behouden is er voor gekozen een artikel hiervoor te reserveren.
Artikel 21 (inwerkingtreding)
In dit artikel zijn enkele wijzigingen en verduidelijkingen opgenomen. De belangrijkste wijzi
ging betreft de inwerkingtreding van de verordening. Tot 1 januari 2002 traden verordeningen
in werking na de achtste dag na bekendmaking, tenzij anders was aangegeven (artikel 142
Gemeentewet). Hierin is verandering gekomen door de inwerkingtreding van de Tijdelijke
referendumwet (Trw) op 1 januari 2002). Deze wet maakt referenda mogelijk over onder an-
dere de vaststelling, wijziging en intrekking van verordening.
Zie voor een meer uitgebreide toelichting, per artikel, de bijlage.
Uitvoering huidige monumentenverordening
De uitvoering van de huidige monumentenverordening verliep in principe prima. Er is geen
gebraik gemaakt van de mogelijkheid om gemeentelijke monumenten aan te wijzen. De ge
meente heeft deze mogelijkheid niet actief bekendgemaakt of gebruik. Of er na vaststelling
van de nieuwe verordening veel gebruik van gemaakt zal worden is lastig in te schatten.
Commissie
De commissie heeft in haar vergadering van donderdag 17 juni 2004 besloten dat het raadsbe-
sluit als hamerstuk in de gemeenteraadsvergadering van 8 juli 2004 behandeld zal worden.