Artikel 8 Intrekken van de aanwijzing 1. Indien het college de aanwijzing intrekt, zijn artikel 3, tweede lid, en artikel 4 van overeenkomstige toepassing. 2. De aanwijzing wordt geacht ingetrokken te zijn, indien toepassing wordt gegeven aan artikel 3 van de Monumentenwet 1988 of indien het beschermd monument op grond van de monumentenverordening van de provincie Fryslan op een lijst van monumen- ten is geplaatst. 3. De intrekking wordt op de gemeentelijke monumentenlijst aangetekend. 4. Het besluit tot intrekking wordt in afschrift aan de monumentencommissie verzonden. Paragraaf 2 Vergunningen tot wijziging of afbraak van beschermde gemeentelijke monu- menten. Artikel 9 Verbodsbepaling Het is verboden een gemeentelijk monument te beschadigen of te vemielen. Artikel 10 Vergunning Het is verboden zonder vergunning van het college of in strijd met bij zodanige vergunning gestelde voorschriften: a. een gemeentelijk monument af te breken, te verstoren, te verplaatsen of in enig op- zicht te wijzigen; b. een gemeentelijk monument te herstellen, te gebruiken of te laten gebruiken op een dusdanige wijze, dat het wordt ontsierd of in gevaar gebracht. Artikel 11 Termijnen advies en vergunningverlening 1Het college vraagt advies aan de monumentencommissie voordat zij beslist op de aan- vraag op grond van artikel 10. 2. Binnen acht weken na de adviesaanvraag brengt de monumentencommissie schriftelijk advies uit aan het college. 3. Het college beslist binnen acht weken na ontvangst van het advies van de monumen tencommissie, maar in ieder geval binnen 16 weken na ontvangst van de aanvraag. 4. Het college lean de in het derde lid genoemde termijn van 16 weken met ten hoogste tien weken verlengen, mits zij de aanvrager daarvan kennis geeft binnen de in het der de lid genoemde termijn. 5. Indien het college niet voldoet aan het derde of vierde lid, wordt de vergunning geacht te zijn verleend. 6. Een vergunning ingevolge deze verordening blijft buiten werking gedurende zes we ken na de datum waarop zij is verleend of van rechtswege is verleend. Indien geduren de deze termijn bezwaar wordt gemaakt op grond van de Algemene wet bestuursrecht, blijft de vergunning buiten werking totdat op het bezwaar is beslist. Artikel 12 Kerkelijk monument Het college verleent met betreklcing tot een kerkelijk monument geen vergunning ingevolge de bepalingen van artikel 10 dan in overeenstemming met de eigenaar, indien en voor zover het een vergunning betreft, waarbij wezenlijke belangen van de godsdienstuitoefening in het monument in het geding zijn.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2004 | | pagina 40