Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs Leeuwarderadeel
HOOFDSTTJK 2 Programma en overzlcht
Paragraaf 2.1Aanvragen programma
Artikel 6 Indiening aanvraag
1 Een aanvraag voor opneming van een voorziening op het programma wordt voor 1 februari
van het jaar van vaststelling van het betreffende programma door het bevoegd gezag
ingediend bij het college. Hierbij wordt zo nodig gebruik gemaakt van een door het college
vastgesteld aanvraagformulier.
2 Indien de aanvraag niet voor 1 februari is ingediend, besluit het college de aanvraag niet te
behandelen. Het besluit de aanvraag niet te behandelen wordt aan de aanvrager
bekendgemaakt binnen vier weken na ontvangst van de ingediende aanvraag.
Artikel 7 Inhoud aanvraag; gelegenheid tot aanvullen aanvraag; niet behandelen
onvolledige aanvraag
1 De aanvraag vermeldt in ieder geval:
a de naam en het adres van de aanvrager;
b de dagtekening;
c de naam van de school en, voor zover van toepassing, het gebouw ten behoeve
waarvan de voorziening is bestemd;
d welke voorziening wordt aangevraagd;
e de onderbouwing van de noodzaak en de omvang van de gewenste voorziening;
f de geplande aanvangsdatum van uitvoering van de voorziening.
2 In aanvulling op de in het eerste lid vermelde gegevens gaat de aanvraag vergezeld van:
a een prognose van het te verwachten aantal leerlingen van de school, die voldoet aan
de in bijlage II omschreven vereisten, tenzij het een voorziening betreft als bedoeld in
artikel 2, onder a onderdelen 6°tot en met 8° en artikel 2, onder d e en f;
b de aanduiding van de gewenste plaats waar de voorziening moet worden gerealiseerd,
indien het een voorziening betreft als bedoeld in artikel 2, onder a, onderdelen 1° tot
en met 4°;
c een rapportage waaruit de bouwkundige noodzaak blijkt indien het een voorziening
betreft bestaande uit nieuwbouw ter gehele of gedeeltelijke vervanging van een
gebouw, uit onderhoud aan een gebouw van een school voor basisonderwijs of van
een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs of uit herstel van een constructiefout;
d een begroting van de kosten gemoeid met de uitvoering van de voorziening, indien de
aanvraag betrekking heeft op een voorziening waarop het gestelde in artikel 4, derde
lid, laatste volzin van toepassing is;
e een voor aanbesteding gereed bouwplan en bouwbegroting, indien de aanvraag volgt
op een toekenning van een vergoeding van de kosten van bouwvoorbereiding als
bedoeld in artikel 27.
aanpassingen VNG (Lbr 02/104) ledenbrief 16 augustus 2002
-V8-