Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs Leeuwarderadeel
aan die school of scholen.
2 Het gestelde in het eerste lid is niet van toepassing indien het gebruik van die andere school
of scholen kan plaatsvinden in de aan die scholen reeds ter beschikking staande
huisvestingscapaciteit.
3 Indien er zich in meerdere gebouwen leegstand voordoet wordt:
a als eerste de leegstand gevorderd in het gebouw dat in gebruik is bij een school van
hetzelfde bevoegd gezag, tenzij uit oogpunt van doelmatigheid het vorderen van
leegstand in een ander gebouw een betere oplossing biedt;
b vervolgens de leegstand gevorderd in het gebouw waarin een school van dezelfde
richting is gehuisvest en
c vervolgens de leegstand gevorderd in het gebouw dat het dichtst gelegen is bij het
hoofdgebouw van de school ten behoeve waarvan de vordering plaatsvindt.
4 Het college kan, indien de bij de vordering betrokken bevoegde gezagsorganen daarmee
instemmen, in een individueel geval van de in het derde lid opgenomen volgorde afwijken
Artikel 32 Overleg en mededeling
1 Indien het college voomemens is om over te gaan tot vordering van leegstand in een
lesgebouw of gymnastiekruimte, voert het college daarover overleg met het bevoegd gezag
waarvan de leegstand gevorderd wordt en met het bevoegd gezag waarvoor de huisvesting
is bestemd. Dit overleg maakt deel uit van het overleg als bedoeld in artikel 10.
2 Binnen vier weken na de vaststelling van het programma als bedoeld in artikel 11doet het
college schriftelijk mededeling van de vordering aan het bevoegd gezag waarvan gevorderd
wordt. Van deze mededeling kan worden afgezien als dat bevoegd gezag in het overleg te
kennen heeft gegeven geen bezwaar tegen de vordering te hebben.
3 Indien het college voomemens is om over te gaan tot vordering in het kader van een
aanvraag als bedoeld in artikel 19, voert het college daarover zo spoedig mogelijk overleg
met het bevoegd gezag waarvan gevorderd wordt en met het bevoegd gezag waarvoor de
huisvesting is bestemd.
4 Binnen een week na afloop van het overleg als bedoeld in het vorige lid, doet het college
schriftelijk mededeling van de vordering aan het bevoegd gezag waarvan gevorderd wordt.
Van deze mededeling kan worden afgezien als dat bevoegd gezag in het overleg te kennen
heeft gegeven geen bezwaar tegen de vordering te hebben.
5 De schriftelijke mededeling van het college als bedoeld in de tweede en vierde lid, bevat in
ieder geval:
a de naam van de school en het bevoegd gezag ten behoeve waarvan wordt gevorderd;
b een aanduiding van het aantal groepen <voor vo: of aantal leerlingeri> ten behoeve
waarvan gevorderd wordt of, indien het betreft het onderwijs in lichamelijke
oefening, het aantal klokuren dat gevorderd wordt;
c een aanduiding van het gebouw waarop de vordering betrekking heeft;
d een aanduiding van het aantal en het type ruimten dat gevorderd wordt;
e de periode waarvoor gevorderd wordt en de ingangsdatum van het medegebmik.
Artikel 33 Vergoeding
De bevoegde gezagsorganen die het betreft stellen in onderling overleg, met inachtneming van
de wettelijke bepalingen, een vergoeding voor het medegebmik vast. Indien dit overleg niet
aanpassingen VNG (Lbr 02/104) ledenbrief 16 augustus 2002
-V21-