Huidige situatie De huisvesting van de BSO is nu geregeld in het gebouw van de voormalige Paedwizer. Tot medio 2005 levert dat geen problemen op. Daama zal het woningbouwproject op die locatie gaan starten en wil de projectontwikkelaar het gebouw tot haar beschikking hebben. Vanuit die invalshoek moet er dit jaar dus zicht komen op een definitieve oplossing. De gemeente heeft aangegeven bij te willen dragen aan een adequate oplossing. Leegstand onderwijsgebouwen Onderwijshuisvestelijk is er in relatie tot het aantal kinderen en de beschikbare gebouwen in Leeuwarderadeel sprake van (formele) overcapaciteit in klaslokalen. Deze leerlingendaling zet zich volgens onafhankelijk opgestelde prognoses door en zal niet worden goedgemaakt door de op handen zijnde woningbouwplannen. De op dit moment (formeel) geconstateerde leegstand is als volgt: Schoolgebouw Aantal lokalen OBS De Jint 1 1 OBS De Twilling 1 BBS De Sprankel 2 Het lijkt voor de hand te liggen om in de combinatie met kinderopvang, naschoolse opvang, brede school c.a., een oplossing te zoeken voor de reeds ontstane en verder oplopende leegstand in onderwijsgebouwen. Bekostiging onderwiishuisvesting Er bestaat soms wat verwarring over de wijze waarop onderwijsgebouwen worden gefmancierd en geexploiteerd. Vanaf 1997, bij de decentralisatie van onderwijsgebouwen van het rijk naar de gemeenten is in die zin ook het nodige veranderd: de gemeenten zijn verantwoordelijk voor de onderwijsgebouwen. Deze moeten voldoende in omvang en kwaliteit zijn. De gemeente Leeuwarderadeel heeft die verantwoordelijkheid meer dan opgepakt: De meeste schoolgebouwen zijn nieuw of recent geheel gerenoveerd etc. De teldatum 1 oktober is nog steeds leidend voor de bepaling van de capaciteit: op grond van die leerlingenaantallen kunnen schoolbesturen een aanvraag onderwijshuisvesting doen. Daarentegen kunnen gemeenten, bij geconstateerde overcapaciteit ook overgaan tot 'vordering' daarvan. Tmmers ze zijn met gemeenschapsgeld gebouwd. Voor de volledigheid: de exploitatie van schoolgebouwen, dus het gebruik en het binnenonderhoud (inclusief het buitenschilderwerk), komt voor rekening van het schoolbestuur. De bekostiging daarvan vindt ook apart plaats via de jaarlijkse rijks'materiele instandhoudvergoeding. Bij te weinig leerlingen, of hetzelfde: bij een te groot gebouw overcapaciteit, wordt het schoolbestuur daarin door het rijk dus niet tegemoet gekomen! Financien

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2004 | | pagina 37