a. in het kader van de aanvraag onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en
de verstrekking van deze gegevens tot een onjuiste beschikking op de-aanvraag
zou hebben geleid, of
b. failliet is verklaard of aan hem surseance van betaling is verleend of ten aanzien
van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is
verklaard, dan wel een verzoek daartoe bij de rechtbank is ingediend.
Artikel 5 Ingangsdatum van de tegemoetkoming
Dit artikel bepaalt de ingangsdatum van verstrekking van de tegemoetkoming. Er zijn
twee ingangsdata mogelijk:
a. de datum waarop de aanvraag voor een tegemoetkoming door de gemeente in
ontvangst is genomen (eerste lid). In deze situatie zal de ouder op het moment dat
hij zijn aanvraag indient reeds kinderopvang hebben;
b. de datum waarop de kinderopvang van start gaat. Het tweede lid bepaalt dat er
alleen een tegemoetkoming wordt verleend als er kinderopvang plaatsvindt.
Dit artikel bepaalt voorts dat er geen tegemoetkoming wordt verstrekt voor de kosten van
kinderopvang die plaatsvindt voordat een aanvraag voor een tegemoetkoming bij de
gemeente is ingediend. Een aanvraag wordt door de gemeente in ontvangst genomen
wanneer deze voldoet aan de vormvereisten van artikel 4.1 en 4.2 Awb. Dit betekent dat
een aanvraag:
schriftelijk moet worden ingediend;
moet zijn ondertekend;
de naam en het adres van aanvrager dient te bevatten;
een aanduiding moet geven van de beschikking die wordt gevraagd.
De ingangsdatum van de tegemoetkoming heeft betrekking op het moment waarop de
aanspraak op een tegemoetkoming ontstaat. De uitbetaling van de tegemoetkoming vindt
pas plaats vanaf het moment dat het besluit tot verlening van de tegemoetkoming is
genomen. De betaling vindt dan met terugwerkende kracht plaats tot de datum waarop de
aanvraag in ontvangst is genomen. De ingangsdatum van verstrekking van de
tegemoetkoming is ook van toepassing op aanvragen voor uitbreiding van het aantal uren
kinderopvang. De verhoogde tegemoetkoming wordt verstrekt vanaf het moment dat de
aanvraag daarvoor door het college in ontvangst is genomen.
Artikel 6 De periode waarvoor de tegemoetkoming wordt verleend
De tegemoetkoming wordt in principe voor een heel kalenderjaar verleend. Voor
aanvragen die in de loop van een jaar worden toegekend, geldt dat de tegemoetkoming
wordt verstrekt tot 31 december van het betreffende jaar. Dit betekent dat een ouder elk
jaar voor 1 januari opnieuw een aanvraag voor een tegemoetkoming bij de gemeente zal
moeten indienen.
Het college kan de tegemoetkoming voor een andere periode vaststellen. Dit is
bijvoorbeeld het geval als de aanvrager voor een bepaalde periode recht heeft op de
tegemoetkoming, bijvoorbeeld als deze een rei'ntegratietraject voor een bepaalde periode
volgt. Door de periode van verstrekking van de tegemoetkoming te koppelen aan de duur
van het rei'ntegratietraject (of een andere vorm van arbeid), hoeft de ouder geen actie te
ondememen om de verstrekking van de tegemoetkoming stop te zetten of hoeft de
gemeente geen eventueel ten onrechte uitgekeerde bedragen terug te vorderen.
11
Verordening kinderopvang Leeuwarderadeel 2005