2 De Wet basisvoorziening kinderopvang
2.1 Doel van de Wbk
Doel van de Wbk is om het ouders makkelijker te maken zorg en werk te combineren. Het wetsvoorstel heeft
twee belangrijke uitgangspunten. Ten eerste dat de kosten van de kinderopvang door ouders, werkgevers en
overheid samen worden gedragen. De inkomensafhankelijke tegemoetkoming aan ouders vindt plaats via de
belastingdienst. De ouders hebben dan zelf zeggenschap over de keus voor het kindercentrum. De verwachting
is dat hierdoor meer marktwerking ontstaat en de kwaliteit verbetert.
Ten tweede regelt de Wbk de kwaliteit van de opvang en het toezicht daarop. In plaats van lokale
kwaliteitseisen zal er sprake zijn van eenduidige landelijke kwaliteitseisen. Invoering van de Wbk betekent veel
veranderingen voor gemeenten, kinderopvangcentra en gastouderbureaus, ouders en werkgevers.
2.2 De belangrijkste gevolgen van de Wbk voor gemeenten
De gemeente heeft nu nog de beschikking over budget om rechtstreeks subsidieplaatsen in te kopen voor
doelgroepen waar ze zelf voor kiest. Straks geeft de Wbk aan welke groepen ouders recht hebben op een
gemeentelijke bijdrage in de kosten van de kinderopvang (naast de tegemoetkoming van de rijksoverheid aan
ouders). Het Rijk vergoedt een vast bedrag aan de gemeente voor deze taak. Als de gemeente voor andere
groepen kinderopvangplaatsen wil inkopen, zal dit uit eigen middelen worden betaald.
Nu legt de gemeente kwaliteitsregels vast in een gemeentelijke verordening en verleent ze vergunningen aan
de aanbieders van Kinderopvang. Straks hoeft ze aanbieders alleen nog maar in te schrijven in een openbaar
register. Het afgeven van bouwvergunningen en gebruikersvergunningen blijft bestaan.
De gemeente blijft verantwoordelijk voor handhaving en toezicht op de kwaliteit van de kinderopvang. De
uitvoering van de kwaliteitsbewaking ligt in handen van de GGD.
Een van de gevolgen van de Wbk is dat de huidige subsidierelatie met kinderopvangcentra eindigt.
2.3 Wettelijke taken
Als gevolg van de invoering van de Wbk heeft de gemeente drie wettelijke taken. Allereerst gaat het om de taak
melding en registratie. De gemeente moet een register inrichten en daarin alle kindercentra die zich aanmelden,
inschrijven. Dit register moet voor iedere belangstellende ter inzage worden gelegd. De tweede taak is het
verstrekken van een gemeentelijke bijdrage in de kosten van de kinderopvang voor in de wet omschreven
doelgroepen. De gemeente gaat het ontbrekende werkgeversdeel financieren voor ouders met een uitkering die
een rei'ntegratietraject volgen, herintreders, nieuwkomers en in de toekomst ook oudkomers die een verplicht
inburgeringstraject volgen, ouders die studie/ opleiding en zorg combineren en huishoudens met een sociaal-
medische indicatie1. De derde taak is het toezicht op de kwaliteit en een handhavingsplicht. De gemeente moet
ingrijpen als blijkt uit inspectierapportages van de toezichthouder (de GGD) dat niet of onvoldoende wordt
voldaan aan de landelijke kwaliteitseisen. Dit ingrijpen varieert van het geven van een schriftelijke aanwijzing tot
en met het verbod een kindercentrum in exploitatie te nemen.
2.4 Niet-wettelijke taken
De niet-wettelijke taken zijn naar keuze. De gemeente kan er bijvoorbeeld voor kiezen voor bepaalde niet-
wettelijke doelgroepen toch kinderopvang te financieren. Dit moet dan betaald worden uit eigen gemeentelijk
budget. Verder is de gemeente in staat om een stimulerende rol te vervullen in het ondernemingsklimaat voor
de kinderopvang door in het bestemmingsplan op gunstige locaties ruimte te reserveren voor kinderopvang en
door informatie te verstrekken aan (aspirant-) ondernemers. In relatie hiermee stimuleert ze
kinderopvangorganisaties om samen met andere jeugdorganisaties een integraal jeugdbeleid te voeren.
2.5 Opzeggen subsidierelaties
Op basis van de invoering van de Wbk met ingang van 1 januari 2005 is het noodzakelijk om bestaande
subsidierelaties met de lokale aanbieders kinderopvang op te zeggen. De subsidierelatie met de Stichting
"Welzijn Middelsee" is inmiddels opgezegd.
2.6 Compensatieregeling "ontbrekende werkgeversbijdrage"
Voor ouders die in december 2004 gebruik maken van een subsidieplaats, en die op grand van de Wbk recht
hebben op een tegemoetkoming in de kosten bestaat een overgangsmaatregel voor de jaren 2005-2007.
Zolang deze ouders van dezelfde opvangsoort gebruikmaken en als deze ouders te maken krijgen met een
onvolledige werkgeversbijdrage hebben zij recht op een extra tegemoetkoming van het Rijk. Deze
tegemoetkoming wordt in_drie jaar afgebouwd.
1 zoals het er nu naar uitziet zal dit onderdeel ofwel pas in 2006 in werking treden ofwel onderdeel worden van de WMO.
Beleidsnota Kinderopvang gemeente Leeuwarderadeell 01-01-2005
4