Artikel 5
Belastingtarief
1De belasting bedraagt bij een waarde van minder dan 9.075
en
bij een waarde van 9.075 en daarboven bedraagt de belasting
vermeerderd met
van het bedrag waarmee de waarde 9.075 te boven gaat.
2. Het bedrag van de belasting verkregen op basis van het gestelde
in het eerste lid wordt per belastingaanslag naar beneden afgeroi
op gehele euro's.
Artikel 6 Belastingjaar
Het belastingjaar is gelijk aan het kalendeijaar.
Artikel 7 Wiize van heffing
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
Artikel 8 Termiinen van betaling
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden
betaald in vijf gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend
op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende
termijnen telkens twee maanden later.
2 De Algemene Termijnwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
198,60
198,60
4,27 promille
Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
De invordering geschiedt volgens de leidraad invordering. Het college van burgemeester en wethouders
kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de forensenbelasting.
Artikel 10 Kwijtschelding van belasting
Bij de invordering van de forensenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel
1De "Verordening forensenbelasting 2004" van 11 december 2003 wordt ingetrokken met ingang
van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van
toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking.
3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2005.
4. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening forensenbelasting 2005".