vrijwillig worden verricht Hierin is geen minimumeis aan uren gesteld. Dit hangt namelijk geheel
af van de wensen en mogelijkheden van iemand. Wei is er een maximum gesteld van 20 uur per
week en moet vastgesteld zijn (middels een onderzoek als bedoeld in artikel 5.) dat er geen
mogelijkheid is om door te groeien naar betaalde arbeid. Dit in verband met het handhaven van
de economische balans en ter voorkoming dat uitkeringsgelden dienen om
vrijwilligersorganisaties in stand te houden. Als voorgaande goed bewaakt wordt is het ook niet
nodig om een limiet te stellen aan de duur.
Sociale activering en Zelfredzaamheid
Sociale Activering en Zelfredzaamheid zijn de onderste twee treden van de zogenaamde
reintegratieladder. Het is uitdrukkelijk de bedoeling dat met alle clienten die geen 'rusttraject'
hebben en waarbij toeleiding naar het leerwerkhuis (nog) niet mogelijk is een trajectplan wordt
aangeboden ten behoeve van de verdere ontwikkeling van de Zelfredzaamheid of Sociale
Activering. Dit plan komt tot stand in samenwerking met de casemanager en
uitkeringsgerechtigde met zonodig advies van derden.
Zelfredzaamheid is in de eerste plaats gericht op de persoonlijke weerbaarheid en het zelfstandig
managen van persoon, gezin, huishouding en huisvesting. Hierbij kan gedacht worden aan
assertiviteit, presentatie, psychische hulpverlening, werken aan verslaving, verbeteren
gezinsrelaties, budgettrainingen, training klussen in huis, hulp bij het runnen van de huishouding
of zelf leren etc. Veelal activiteiten die in samenhang met andere instellingen worden
geindiceerd en uitgevoerd. Een zelfredzaamheidtraject bestaat dan ook uit een duidelijk plan,
waarin aangegeven wie welke zorg en activiteiten voor rekening neemt, wie de samenhang
coordineert en op welke wijze de kosten worden betaald. Naast het primaire doel om de
zelfredzaamheid te vergroten is verdere doorontwikkeling naar verdere Sociale Activering een
logisch vervolg.
Sociale Activering is gericht op de omgeving van persoon en het gezin waartoe de persoon
behoort. In de praktijk wordt dit nogal een snel verward met vrijwilligers werk. Nu kan
vrijwilligerswerk een onderdeel zijn van een Sociaal Activeringsplan, maar de mogelijkheden
zijn veel breder. Bij Sociale Activering kan een eerste stap(je) ook gedacht worden aan
deelnemen aan lokale culturele activiteiten, lidmaatschap van (sport) verenigingen, bezoeken van
musea en theater. De volgende stappen kunnen dan steeds meer gestructureerd worden hetgeen
kan leiden tot het oppakken van maatschappelijke verantwoordelijkheid in de vorm van
vrijwilligerswerk. Een Sociaal Activeringsplan wordt samen met de uitkeringsgerechtigde
opgesteld en bestaan uit een analyse van de actuele situatie, het vastleggen van een (voorlopig)
einddoel en vervolgens de weg (stappen) waarlangs. Zo mogelijk kan bij de analyse hulp van
andere partijen worden gevraagd en in ieder geval zullen derden betrokken moeten worden bij de
uitvoering hetgeen ook wordt vastgelegd in het plan. Naast de rol van initiator is de casemanager
ook verantwoordelijk voor het wegnemen van (financiele) obstakels (binnen wet- en regelgeving)
die belemmerend kunnen werken. Het primaire doel van een Sociaal Activeringstraject is de
vergroting van de maatschappelijke participatie en oppakken van maatschappelijke
verantwoordelijkheden. Daamaast moet het werken aan uiteindelijk doorstromen naar het
Leerwerkhuis uitgangspunt zijn.