verantwoordelijkheid.' Daar was ik blij mee omdat ik met alles rekening had gehouden en
ik ook best weet dat bepaalde gevoelens een heel dominante rol kunnen spelen. En
misschien ook wel de status van een gemeente daarin een rol zou kunnen spelen. Dus
applaus voor zo'n houding. En via de burgemeester ben ik langs al die andere
burgemeesters gegaan van de G4 en zij waren er allemaal voor. Toen ben ik naar het
personeel gegaan. Dat heb ik geinformeerd. Ik heb niet gevraagd of zij er ook blij mee
waren. Op het moment dat ik hen informeerde heb ik gezegd dat er wat mij betreft maar
een reden zou kunnen zijn dat het niet doorgaat. Dat het bureau niet geschikt is. Want wie
ben ik om mensen te huisvesten in strijd met arbo-wetgeving? Dat zou ik niet eens willen.
Wat hebben wij toen gedaan? Wij hebben het bureau laten bekijken door deskundigen. En
dat zijn deskundigen uit onze regio, op basis van richtlijnen die ervoor bestaan. Die
hebben het bureau bekeken en kwamen tot de conclusie dat het bureau geschikt is en ook
niet net geschikt is, maar geschikt is voor de huisvesting van die mensen die ik voorsta.
Bij het bekijken zijn mensen van de teams betrokken. Want toen ik hier in Stiens zat, toen
zeiden ze 'Dat zal wel zo zijn.'. Toen zei ik 'Bekijk het maar.' 'Mogen wij erover
meedenken?' Toen zei ik 'Ja, je mag erover meedenken.' Toen hebben twee leden van het
team Stiens, twee leden van het team Sint Anna Parochie een werkgroepje gevormd en die
zijn gaan kijken wat nu functioneel in het gebouw was. Waar men komt te zitten en waar
niet. Die hebben wat voorwaarden gesteld en die voorwaarden zijn op een paar kasten na
ingevuld. Dat heb ik geregeld. Tot het moment dat ik werd geconfronteerd, eind
december, met allerlei berichtgeving in de pers. Ik vroeg mij af wat er eigenlijk allemaal
gebeurde en wat er eigenlijk aan de hand was. Dat heb ik ook met de mensen besproken
van dit team. Het kan aan mij liggen. Heb ik misschien niet goed geluisterd? Ben ik
onduidelijk geweest? Dat werd niet bestreden. Misschien heb ik wel iets in mijn aard
zitten dat ik te duidelijk ben. Dat ik denk dat ik niet meer kan ontsnappen. Er is maar een
mogelijkheid meer dat ik de raad maar zal gaan bestoken, want dit moet mij niet
overkomen. Dat is mijn verhaal van de situatie. Maar daar heb ik goed over kunnen
praten. Ik heb zelfs hun toegezegd dat er nu een dubbelcheck komt van de arbo-
functionaris. Ik heb mij daar niet inhoudelijk mee bemoeid met die check. En dat is meer
geluk dan wijsheid, want ik ben zo bemoeizuchtig, want als ik er ben kijk ik mee. Maar ik
ben er niet geweest, dus ik heb mij niet daar inhoudelijk mee bemoeid. Het op
arbotechnische kwaliteiten bekijken is gisteren gebeurd. Binnen 14 dagen/een maand
komt men met een rapport. Als dat rapport op een of andere wijze zou aanduiden dat het
niet zou kunnen, dan ben ik de eerste om te zeggen om het niet te doen. Het is geen doel
op zich, geen prestige van Piet Scheuneman. Het past wel in de beweging waar wij mee
bezig zijn. En in die beweging past inderdaad ook om mensen te clusteren om dan meer
capaciteit te winnen en nog meer te betekenen. Ik hoor vaak, ik lees vaak van blauw op
straat. Ik denk, ik durf te stellen, dat dit een beweging is van blauw, meer blauw op straat.
Daar wil ik ook op afgerekend worden. Maar dan moet ik wel ergens capaciteit weghalen
om dat te kunnen waarborgen. Als wij blijven werken op de ouderwetse manier en
iedereen maar zegt dat dat allemaal goed is en wij niet bereid zijn om onze over grenzen
heen te kijken, dan kom ik nergens. Dat laat ik mij ook niet overkomen. Dus wat betreft is
ook mijn voorstel geweest. Dat had ik in een sheet willen meedelen, maar ik heb geen
sheet nodig geloof ik. Ik kan het zo ook wel kwijt. Dit was mijn verhaal.
Boargemaster Ter Keurs: Misschien goed om nog even heel kort stil te staan bij wat de
burger hier van merkt.
De hear Scheuneman: Daar doen wij het voor en dat is niet een theoretische benadering.
Ons bestaansrecht heeft alles te maken met een stukje dienstbaarheid naar de burger. Die