de inrichting van het fmancieel beheer en de financiele organisatie gericht op
de vraag of deze een getrouwe en rechtmatige verantwoording mogelijk
maken;
waarbij de nadere regels die bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden
gesteld op grond van het zesde lid van artikel 213 Gemeentewet, in acht worden
genomen.
c. rechtmatigheid in het kader van de accountantscontrole
het overeenstemmen van het tot stand komen van de financiele beheershandelingen
en de vastlegging daarvan met de relevante wet- en regelgeving, zoals bedoeld in het
Besluit accountantscontrole gemeenten.
d. deelverantwoording
een in opdracht van de raad ten behoeve van de verslaglegging opgestelde
verantwoording van een afzonderlijke organisatie-eenheid binnen de gemeentelijke
organisatie, welke verantwoording onderdeel uit maakt van de jaarrekening.
Artikel 2 Opdrachtverlening accountantscontrole
1. De accountantscontrole wordt per 1-1-2006 opgedragen aan een door de raad te
benoemen accountant; de benoeming van de accountant geschiedt voor een periode
van vier jaar.
2. Het college bereidt in overleg met de raad de aanbesteding van de
accountantscontrole voor.
3. De raad stelt voor de aanbesteding van de accountantscontrole het programma van
eisen vast. In het programma van eisen worden voor de jaarlijkse
accountantscontrole opgenomen:
a. de toe te passen goedkeuringstoleranties bij de controle van de jaarrekening;
b. de apart te controleren deelverantwoordingen en de daarbij toe te passen
omvangsbases en goedkeuringstoleranties;
c. de inrichtingseisen voor het verslag van bevindingen;
d. de eventueel aanvullende uit te voeren tussentijdse controles;
e. de ffequentie en inrichtingseisen van de aanvullende tussentijdse rapportering;
en voor ieder afzonderlijk te controleren begrotingsjaar:
f. de posten van de jaarrekening en deelverantwoordingen met bijbehorende
afwijkende rapporteringstoleranties, waaraan de accountant bij zijn controle
specifiek aandacht dient te besteden;
g. de gemeentelijke producten en of organisatieonderdelen met bijbehorende
afwijkende rapporteringstoleranties, waaraan de accountant bij zijn controle
specifiek aandacht dient te besteden.
6. In afwijking van het gestelde in lid 3, letters f en g kan de raad in het controle
protocol opnemen, dat de raad jaarlijks voorafgaand aan de accountantscontrole in
overleg met de accountant vaststelt de posten van de jaarrekening, de posten van de
deelverantwoordingen, de gemeentelijke producten en de gemeentelijke
organisatieonderdelen, waaraan de accountant bij zijn controle specifiek aandacht
dient te besteden en welke rapporteringstoleranties hij daarbij dient te hanteren.
7. In geval van Europese aanbesteding van de accountantscontrole stelt de raad voor de
selectie van de accountant de selectiecriteria vast en per selectiecriterium de
bijbehorende weging vast.
25