Hoorcommissie Ruimtelijke Plannen Gemeente Leeuwarderadeel 20.30 Horen de heer I. Attema. De voorzitter heet de heer Attema welkom. Nadat hij de leden van de commissie en de secretaris heeft voorgesteld vraagt hij hem om zijn zienswijze nader toe te lichten. De heer Attema geeft aan niet op de details in te willen gaan, hij gaat ervan uit dat de commissie van de zienswijze en voorgeschiedenis kennis heeft genomen. In hoofdzaak komt zijn bezwaar er op neer dat hij het voorgestelde plan verre van ideaal vindt. De twee functies, paardenhouderij en woning gaan niet goed samen. Hij vindt dat de bestemming voor zijn perceel te beperkt is te geformuleerd. Hij kan hiermee niet realiseren wat hij wil, zoals door hem ook is aangegeven op de schets bij zijn zienswijze. Hij wil zijn bebouwing zoveel mogelijk concentreren achter zijn woning (westelijke richting). Attema merkt ook op dat de aanduiding van de buitenbak net te beperkt is. Deze zou 5 meter in oostelijke richting moeten worden uitgebreid om aan het formaat van een wedstrijdbak te kunnen voldoen. Hij vindt het jammer dat de bouwgrens zodanig is neergelegd dat de bestaande (zonder vergunning) gerealiseerde paardenstal er net buiten valt (5 meter). Hij wil deze stal graag op de huidige locatie houden. Over de woningbouw geeft hij aan dat hij van mening is dat deze niet gerealiseerd kan en moet worden. Het geeft teveel beperkingen voor zijn perceel en anderzijds heeft een paardenhouderij een negatieve invloed op de woonomgeving. De heer Roosma probeert helder te krijgen waar Attema wil uitbreiden zodat beoordeeld kan worden waar de knelpunten in het bestemmingsplan zitten. De heer Attema tekent daarom op het whiteboard de voor hem gewenste uitbreidingsrichting aan. Dit zou in eerste instantie in westelijke richting zijn en tevens in noordelijke richting. De zuidelijke uitbreidingsrichting (zoals nu in het plan opgenomen) en de oostelijke richting is voor hem geen optie omdat dan voor de ramen wordt gebouwd (verlies uitzicht) en in het geval van de oostelijke richting er een fors hoogteverschil is. De voorzitter geeft aan dat alles helder naar voren is gekomen en legt de verdere gang van zaken uit. De gemeenteraad zal op basis van het bestemmingsplan, de schriftelijke zienswijze en het verslag van deze hoorzitting een besluit nemen tot vaststelling van het bestemmingsplan. Behandeling van het voorstel zal vermoedelijk in de raadscommissie en raad van juni worden behandeld. Hij bedankt de heer Attema voor zijn komst. Gemeente Leeuwarderadeel .4. Cluster VROM/JB

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2005 | | pagina 158