Hoorcommissie Ruimtelijke Plannen Gemeente Leeuwarderadeel Verslag van het niet openbare gedeelte van de hoorzitting van de hoorcommissie Ruimtelijke Plannen van de gemeente Leeuwarderadeel, gehouden op dinsdag 22 maart 2005 in het gemeentehuis te Stiens. Aanwezig zijn: Leden van de commissie: Dhr. F. Doting (voorzitter); F. Dijkstra; Mw. F. Haites - Miedema; S. Roosma. Secretaris van de commissie: J.S. Bos Afwezig zonder kennisgeving: Lid van de commissie: Dhr. R. Ketellapper. Dit onderdeel betreft de evaluatie van de commissie naar aanleiding van de ingebrachte zienswijzen en de hoorzitting. Agendapunt 1Evaluatie horen Dorpsbelang Finkum. De commissie concludeert dat dorpsbelang in hoofdzaak in kan stemmen met het bestemmingsplan. Bij het voorstel richting de gemeenteraad zal aandacht moeten worden besteed aan de haalbaarheid van een vissteiger, alsmede de inpasbaarheid in het bestemmingsplan. Mocht het haalbaar blijken te zijn dan zal na vaststelling van het bestemmingsplan nog wel overleg met diverse instanties en dorpsbelang over een eventueel definitieve locatie. De tijd is te kort om dit voor de vaststelling helder te krijgen. Agendapunt 2: Evaluatie horen de heer Griipstra. De commissie is van mening dat de woning op de voorste locatie niet moet worden geschrapt, zoals Grijpstra wil. Daarbij vindt de commissie dat deze woning niet beperktere bebouwingsvoorschriften moet worden toegekend. Juist een woning op deze markante locatie aan het begin van het dorp mag enig volume en uitstraling hebben. Ten aanzien van de technische aspecten zoals het grondpeil en afwatering is de commissie van mening dat het college bij de uitvoering van het plan voor een passende oplossing zal moeten zorgen, dit in goed overleg met de heer Grijpstra. Agendapunt 3: Evaluatie horen de heer Attema. De commissie is van mening dat de zienswijze van Attema in beginsel niet leidt tot een andere opzet van het bestemmingsplan. Wel zou onderzocht moeten worden of het bouwvlak in noordelijke richting kan worden vergroot, tot maximaal de grens van de zijgevel van de woning. Dit lijkt op zich geen probleem in relatie tot de geplande woningbouw. Daamaast vindt de commissie dat de aanduiding voor de paardenbak in oostelijke richting (ca. 5 meter) geen probleem moet zijn. Gemeente Leeuwarderadeel -5- Cluster VROM/JB

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2005 | | pagina 159