Artikel 7
De rekenkamercommissie wordt bijgestaan door een secretaris. De secretaris wordt op
voordracht van de rekenkamercommissie door de raad benoemd. De rekenkamercommissie
dient zelfstandig te functioneren en in het derde lid is voorzien in een rechtstreekse
verantwoordingsrelatie van de secretaris ten opzichte van de rekenkamercommissie.
Artikel 8
Artikel 81i van de Gemeentewet wordt van overeenkomstige toepassing verklaard op de
rekenkamercommissie. In het reglement van orde moeten/kunnen zaken als de vergoeding,
volgorde van aftreden bij een meerhoofdige rekenkamercommissie, verhouding secretaris-
voorzitter, de procedure die wordt gevolgd bij onderzoeken, hoe wordt omgegaan met
verzoeken van derden om onderzoek te verrichten enzovoorts geregeld worden.
Artikel 9
De rekenkamercommissie dient onafhankelijk te zijn en om deze onafhankelijkheid te
bevorderen is het van belang dat zij zelfstandig de onderzoeksonderwerpen kan kiezen. De
rekenkamercommissie kan op verzoek van de raad een onderzoek instellen maar is niet
verplicht het verzoek van de raad in te willigen. Dit verzoek van de raad wordt in artikel 182,
tweede lid van de wet expliciet genoemd. Doordat deze mogelijkheid van uitdrukkelijk in de
wet is genoemd, wordt er een bepaald gewicht toegekend aan het verzoek van de raad. Indien
de rekenkamercommissie niet voldoet aan een goed gemotiveerd verzoek van de raad zal zij
daarvoor goede gronden aanvoeren.
Artikel 10
Om te waarborgen dat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar onderzoek over
voldoende en relevante gegevens kan beschikken is voorzien in de bevoegdheid om
inlichtingen in te winnen van alle leden van het gemeentebestuur en van alle ambtenaren. De
rapporten van de rekenkamercommissie zijn in beginsel openbaar maar op grond van de
belangen genoemd in artikel 10 van de Wob kunnen rapporten of gedeelten daarvan als
geheim worden aangemerkt.
Uit oogpunt van zorgvuldigheid is het van groot belang dat de onderzochte partij de kans
krijgt om te reageren op het (nog niet gepubliceerde) ontwerp-onderzoeksrapport. Er vindt
dan wederhoor plaats waarbij de feitelijke bevindingen die uit het onderzoek voortvloeien aan
de betreffende ambtenaren worden voorgelegd met de vraag eventuele onjuistheden uit te
halen en te corrigeren. Indien van toepassing wordt de verantwoordelijke wethouder of het
college de gelegenheid geboden om te reageren op de conceptaanbevelingen die de
rekenkamer verbindt aan de (gecorrigeerde) bevindingen. Tot slot brengt de rekenkamer een
defmitief rapport naar buiten met bevindingen, conclusies en eventueel aanbevelingen.
Artikel 11
De rekenkamercommissie is zelfstandig verantwoordelijk voor de besteding van het budget
dat noodzakelijk is voor de uitvoering van haar taak. Ten laste van het budget worden de in
het tweede lid genoemde kosten gebracht.
Artikel 12 en 13
Deze artikelen behoeven geen toelichting.
5/5