1
I
I
I
1
1
1
heeft het wel als voordeel dat de totale procedure sneller kan worden gevoerd, omdat er 1
collegebesluit minder hoeft te worden genomen (tijdwinst minimaal 2 weken plus schrijven
advies op inspraakreacties)
Indien u zou besluiten toch inspraak te houden, dan betekent dit een behoorlijke verlenging
van de procedure, dit lijkt ons ongewenst. De procedures nemen al een behoorlijke tijd in
beslag, aanvragers hun geduld wordt al genoeg op de proef gesteld.
Bestemm i n gsplanprocedure
Oud Nieuw (voorstel college om inspraak te
houden)
Raadsbesluit besluit opstarten
bestemmingsplanprocedure
Inspraakprocedure
Vier weken ter inzage
overleg artikel 10 BRO
Collegebesluit op inspraakreacties
en overlegreacties
Zienswijzen
Vier weken ter inzage
Raadsbesluit op zienswijzen
en vaststelling bestemmingsplan
(op basis advies hoorcommissie)
Toesturen aan GS
i.v.m. goedkeuring plan
Na goedkeuring geldig
bestemmingsplan
Raadbesluit opstarten
bestemmingsplanprocedure
Inspraakprocedure
Vier weken ter inzage
overleg artikel 10 BRO
Collegebesluit op inspraakreacties
en overlegreacties
Zienswijzen
Zes weken ter inzage
Raadsbesluitop zienswijzen
en vaststelling bestemmingsplan
(op basis advies hoorcommissie)
Toesturen GS
i.v.m. goedkeuring plan
Na goedkeuring geldig
bestemmingsplan
In tegenstelling tot de procedure artikel 19, lid 1 WRO vervult de inspraakprocedure bij
bestemmingsplannen wel degelijk een rol. Deels komen wel dezelfde reaches naar voren als
in de zienswijzenprocedure, maar vaak worden ook de foutjes en onvolkomenheden eruit
gehaald. Tevens wordt bij het schrappen van de inspraakprocedure (wat nu mogelijk is) geen
tijdwinst gehaald, omdat het overleg artikel 10 BRO (Commissie van Overleg, Wetterskip
etc.) verplicht blijft. Wij stellen voor om hier de inspraakprocedure te handhaven en daarbij
de termijn van vier weken aan te houden.
Naar aanleiding van een opmerking van de heer Roosma tijdens de commissievergadering van
10 november is er nog een onderscheid in de verordening aangebracht tussen een wijzigings-
en uitwerkingsbevoegdheid artikel 11 WRO.
4