Artikel 12
Bekostiging van de kosten van vervoer ten behoeve van een begeleider
1 Indien aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 11, bekostigt het college tevens de
daarin bedoelde kosten ten behoeve van een begeleider, indien de leerling op 1 augustus van het
schooljaar waarop de bekostiging betrekking heeft jonger is dan 10 jaar, en door de ouders ten
behoeve van het college genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling niet in staat is zelfstandig van
het openbaar vervoer of de fiets gebruik te maken.
2 Indien een begeleider meer dan een leerling tegelijk begeleidt, komen slechts de kosten van het
vervoer ten behoeve van een begeleider voor bekostiging in aanmerking.
Artikel 13 Bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer
1Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de
leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, indien
voldaan wordt aan het afstandscriterium van artikel 11en
a de leerling met gebmikmaking van openbaar vervoer naar school of terug, meer dan anderhalf uur
onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar
vervoer kan worden teruggebracht, of:
b openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van het college al dan niet onder
begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets of:
c de leerling, naar het oordeel van het college, is aangewezen op het openbaar vervoer onder
begeleiding, doch daarvan door de ouders ten behoeve van het college genoegzaam wordt
aangetoond dat het begeleiden van de leerling door de ouders of anderen onmogelijk is, dan
wel tot emstige benadeling van het gezin zou leiden en een andere oplossing niet mogelijk is.
2. Het college verstrekt een bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de
ouders van de leerling die een basisschool of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt
indien:
a de leerling, naar het oordeel van het college, is aangewezen op het openbaar vervoer onder
begeleiding doch waarvan door de ouders ten behoeve van het college genoegzaam wordt
aangetoond, dat het begeleiden van de leerling door ouders onmogelijk is door een chronische
ziekte lichamelijke handicap van beide ouders of een alleenstaande ouder en begeleiding
door anderen onmogelijk is;
b de leerling, naar het oordeel van het college, is aangewezen op het openbaar vervoer onder
begeleiding doch waarvan door de ouders ten behoeve van het college genoegzaam wordt
aangetoond, dat het begeleiden van de leerling door de ouders of anderen onmogelijk is,
doordat zij een ouder (of ander) kind uit hun gezin, naar het oordeel van het college eveneens
aangewezen op het openbaar vervoer met begeleiding, moeten begeleiden naar een andere
school voor (voortgezet) speciaal onderwijs dan wel een speciale school voor basisonderwijs.
3 Het college kan een leerling aan wie een vervoersvoorziening in de vorm van aangepast
vervoer is verstrekt, tijdelijk of voor de rest van het schooljaar de toegang tot dit vervoer
ontzeggen indien bij herhaling is gebleken dat de leerling door agressief gedrag of
anderszins de orde in de taxibus/auto verstoord of de veiligheid van taxibus en inzittenden in
gevaar brengt.